(tussen haakjes) 31: Rumoer in Stille Zuidzee - Kruipende Islamisering? - Regenten rukken op...

dinsdag 01 februari 2011 21:09

Rumoer in de Stille Zuidzee
Vorig jaar heb ik u een ‘diplomatiek sprookje’[1] verteld, over de manier waarop China aanspraken probeert te maken op ver van het vasteland gelegen eilanden. Deze keer wil ik het eens hebben over een merkwaardig groepje eilanden die Japan de Okinotori-shima noemt en waar China ook iets over te zeggen denkt te hebben. 

Het verhaal begint ongeveer een eeuw geleden, toen de Japanse haan victorie kraaide op de Oost-Aziatische mesthoop na het verslaan van China in 1895[2]. In het begin van de 20e eeuw voer de Japanse marine met stofzuigers rond in de westelijke Stille Oceaan en slurpte alles op wat op eilanden leek; zelfs de kleinste puntjes die boven water uitstaken waren niet te min om tot Japans bezit te worden verklaard. China was onmachtig om er iets tegen te doen en voor de koloniale machten was dat gruis niet interessant.
Zo claimde Japan ook Okinotori-shima[3]; deze ‘eilanden’ liggen ongeveer 1700 km ten zuiden van Tokio en ongeveer even ver ten Oosten van Taiwan. Het zijn twee minuscule stukjes grond die in 2007 samen een ‘landmassa’ van 10 m2 (ja, u leest het goed: tien vierkante meter !) vormden in het midden van een onderwater rif dat ongeveer 8 km2 beslaat. Dat is niet veel en daarom experimenteert Japan hier al sinds een aantal jaren met het uitbouwen van de landmassa door geforceerde koraalgroei. 

Naar analogie van mijn eerdere sprookje denkt u nu natuurlijk dat de Chinese haan, die tegenwoordig aanzienlijk meer praatjes heeft dan honderd jaar geleden, beweert dat deze eilanden van hem zijn. Maar dan zit u er deze keer toch naast. Blijkbaar kunnen zelfs Chinezen geen onwaarschijnlijke historische reden verzinnen om met enige kans op succes dit gebied te claimen en dus moet het spel subtieler gespeeld worden; te beginnen met de terminologie. Sinds 2004 noemen zij Okinotori-shima geen ‘eilanden’ maar ‘rotsen’

 Okinotori shimaWat betekent een naam nu helemaal?’, zult u misschien vragen. In dit geval heel wat. In het internationale zeerecht hebben eilanden namelijk wèl een Exclusieve Economische Zone (EEZ), maar rotsen niet. Als de Okinotori wèl eilanden zijn betekent dit, dat een EEZ met een straal van 200 zeemijl (370, 4 km) rond die eilanden, ofwel een gebied van 400.000 km2[4], door Japan kan worden gecontroleerd en geëxploiteerd. Dat kon wel eens de moeite waard zijn, want er gaan geruchten over olie en ‘rare aarden’ (rare earth minerals) in dat gebied. China is momenteel de grootste leverancier van rare earth minerals, zoals Japan tot zijn schade ondervonden heeft toen China vorig jaar de export stil legde tijdens een ander conflict, veroorzaakt door een dronken visser die een Japans marineschip had geramd. 

Als de eilanden een EEZ hebben, hebben de Chinezen niet het recht zonder meer oceanografisch onderzoek in dat gebied uit te voeren; een activiteit waar ze erg op gesteld zijn. Niet zozeer vanwege mogelijke olie- en mineralenvondsten, maar omdat kennis van de zeebodem daar onontbeerlijk is voor hun onderzeeërs als die een Amerikaanse vloot willen dwarsbomen die van Guam opstoomt naar Taiwan. Waarschijnlijk is dit voor China de hoofdreden om zich zorgen te maken over de toepassing van de Derde VN Conventie over het Zeerecht van 1982. Het wil Taiwan zo goed mogelijk kunnen isoleren voor het geval dat eiland toch nog eens met geweld tot rede gebracht moet worden. 

Elke keer nu, als Japan klaagt dat Chinese schepen hun EEZ-rechten hebben geschonden, antwoordt China verwonderd met: ‘Sorry hoor, maar dat is geen EEZ, maar vrije zee’. Er zijn zeerechtgeleerden die beweren dat China gelijk heeft[5], maar Japan voert daartegen in dat het sinds 1932, met tussenpozen, ongeveer 740 miljoen dollar heeft besteed aan ontwikkeling van de eilanden. Het was dus al Japans territorium voordat de VN conventie plaatsvond en die kan daarom niet met terugwerkende kracht van toepassing worden verklaard, zelfs al zou China gelijk hebben. En, om te laten merken dat het haar ernst is, heeft Japan voor 2011 geld gereserveerd voor het aanleggen van dokwerken en goederenoverslagfaciliteiten op Higashikojima en Kitakojima, zoals zij deze vliegenpoepjes in de Stille Oceaan noemt. Ze moeten als uitvalsbasis dienen voor oceanografisch onderzoek en de jacht op grondstoffen. Tegelijk zal men van daaruit ook de exclusiviteit van de EEZ proberen te handhaven. Of het zal lukken zo’n enorm gebied effectief af te schermen tegen een opponent die zich niets wenst aan te trekken van waarschuwingen, moeten we nog afwachten. 

Voorlopig kunnen we vaststellen dat de tactiek die China hier toepast, kan worden omschreven als: als je het niet kunt inpikken, ontken je dat het bestaat.

 

Kruipende Islamisering?
Voor sommige mensen was dat even schrikken deze week, toen ze langs de Helen Parkhurst school wandelden of fietsten en daar een trotse groene vlag zagen wapperen op het dak. Zou dat betekenen, dat de Islam de school nu echt had overgenomen? Moeten we de PVV inseinen, zodat die vragen kan stellen in de gemeenteraad? 

De enkeling die er niet rap vandoor ging, maar eerst vragen ging stellen, werd gelukkig al snel gerustgesteld. De kleur van deze vlag heeft dezelfde symbolische betekenis als het groen in GroenLinks (niet dat de PVV daar iets mee heeft natuurlijk). Deze Groene Vlag is het door de VN erkende[6], internationale keurmerk voor duurzame scholen. Er is een internationaal programma voor Eco-Schools, één van de programma’s van de Foundation for Environmental Education (FEE). Vanuit dit programma wordt de onderscheiding toegekend en Helen Parkhurst is de eerste middelbare school in Nederland die de Groene Vlag heeft gekregen. Ook dat kan dus in Almere. 

Die vlag hebben ze natuurlijk niet verdiend omdat ze over duurzaamheid praten, maar omdat ze duurzaamheid doen. Bijvoorbeeld met een zelfgebouwde windmolen op het dak, gastlessen van Erwin Kroll en poolreizigster Bernice Notenboom, groene stages, afval scheiden, meterstanden bijhouden en een opgeruimde kantine in beheer van de leerlingen. Hiermee zet Helen Parkhurst zich al jaren in voor een duurzame leer-, leef- en werkomgeving. 

In de gangen hangen door leerlingen bedachte en gemaakte ‘audio graffiti’ met ingesproken boodschappen en praktische tips voor energie-, afval- en waterbesparing. Leerlingen doen mee aan landelijke actiedagen zoals Warme Truiendag. Een bijzondere werkgroep probeert een duurzaam en energieneutraal buitenleslokaal te ontwikkelen, waar ook andere scholen in de toekomst gebruik van kunnen maken. De schoolleiding zelf investeert in energiebesparing door aanschaf van nieuwe LCD-computerschermen, het verlagen van de temperatuur in de school met twee graden en de centrale uitschakeling van computers om 17.00 uur. 

Als u zich door deze groene vlag nu nog niet aangesproken voelt, bent u een verstokte islamofoob of een behoorlijk reactionaire energieverbruiker die zich waarschijnlijk nooit met koud water doucht. Ik ben er wel van onder de indruk en ik wil onze stadsdichter, Mario Withoud, daarom aansporen hier een lied op te maken dat kan worden gezongen op de wijs van: in een groen, groen, groen, groen, knollen- knollenland.

 

Regenten rukken op; de nieuwe politieke elite
In Nederland hebben we iets met de Trias Politica[7], ruwweg ‘scheiding der machten’, waarbij wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet in dezelfde handen thuishoren. De wetgevende macht berust bij het parlement en in het parlement zitten gekozen volksvertegenwoordigers, maar volksvertegenwoordigers zitten ook in Provinciale Staten, gemeenteraden en waterschappen. Voor al deze vertegenwoordigers geldt dat ze zonder ‘last” (Grondwet art. 67, lid 3)[8] hun vertegenwoordigende werk moeten verrichten. Vroeger was de term ‘zonder last of ruggenspraak’[9] ten nutte van het gemeen. 

Tegenwoordig wordt wel beweerd dat de hedendaagse politieke cultuur dit beginsel tot een wassen neus heeft gemaakt, met haar politieke partijen, met hun politieke beginselverklaringen en programma's en hun soms strikte fractiediscipline, evenals de binding aan een regeerakkoord van de coalitiepartijen. Dat deze opvatting geen volledig recht doet aan de werkelijkheid hebben we rond de kabinetsformatie gezien en zien we ook elke keer weer als de Wildersen en Verdonks hun vleugels uitslaan als zelfstandige politici, met of zonder partij. 

In tegenstelling tot bijvoorbeeld België houden wij er niet van dat politici in meerdere vertegenwoordigende lichamen zitten en sommige partijen, zoals de PvdA, verbieden dat gewoon.
Het merkwaardige is nu dat de eenmanspartij PVV (zeg maar Wilders) juist het omgekeerde probeert. De Grote Gedoger probeert de touwtjes strak in handen te houden door zijn trouwe werknemers onder te brengen in meerdere vertegenwoordigende lichamen tegelijk. Voor iemand die op basis van luidkeels geproclameerde anti-elitaire sentimenten stemmen probeert te werven is het toch merkwaardig dat hij zich zo beijvert zelf een nieuwe regentenklasse te kweken. Kamerleden moeten naar de Provinciale Staten en raadsleden eveneens. 

Volgens Wilders is het een goede ontwikkeling dat politici meerdere jobs hebben aangezien zij al ervaring hebben (en steeds netjes hebben gedaan wat hij hun opdroeg). Hij heeft daarbij waarschijnlijk het voorbeeld van Raymond de Roon voor ogen die èn Kamerlid èn raadslid in Almere is. Die demonstreert zijn ervaring door van de 25 raadsvergaderingen er nog geen 11 bij te wonen, om over de Politieke Markt maar te zwijgen. Volgens Toon van Dijk, zijn backup, is dat een bewuste keuze en komt De Roon alleen naar Almere als er belangrijke vergaderingen zijn, omdat hij het zo druk heeft met de Tweede Kamer.
Of is Toon misschien bezig de weg vrij te praten voor zichzelf om straks het Statenlidmaatschap te combineren met dat van de raad? Krijgen we dan te maken met De Roon die raadsvergaderingen verzuimt vanwege de Kamer en Van Dijk die wegblijft vanwege de Statenvergaderingen?
In de Almeerse raad schijnt alleen de VVD zich niet aan dit concept te storen. Misschien niet helemaal onbegrijpelijk, omdat behalve de PVV alleen de VVD deze praktijken erop na houdt, zonder daarin het gevaar van belangenverstrengeling te zien. 

VOC vlagOp de kieslijst van de PVV voor de Statenverkiezingen in Flevoland staan vier kandidaten die nu al actief zijn voor de partij in de Almeerse gemeenteraad en de Tweede Kamer. De lijsttrekker Joram van Klaveren is Tweede Kamerlid, de lijstduwer Raymond de Roon[10] eveneens en bovendien fractievoorzitter in Almere, Jenny Zerfowski en Toon van Dijk zijn beiden raadslid in Almere. Opmerkelijke andere kandidaat is Willem Boutkan, die twaalf jaar heeft gediend als raadslid en fractie-assistent voor de Almeerse VVD, die hij nu als onderdeel van de ‘linkse kerk’ lijkt te beschouwen. Omdat hij zich nog moet bewijzen staat hij voorlopig op nummer 8. 

Iedereen viel over premier Balkenende heen toen hij eens suggereerde dat een beetje meer VOC-mentaliteit ons land geen kwaad zou doen. De PVV is het daarmee wel eens, omdat het beter is als autochtonen de baas spelen in allochtonië, maar beseft waarschijnlijk ook dat het succes van de VOC voor een groot deel te danken was aan een nogal gesloten, maar hecht netwerk van regenten, die onder elkaar de belangrijke posities verdeelden. Vandaar deze vernieuwende aanpak. 

Jelte Huizenga
ChristenUnie raadslid 2006-2010 


[1] (tussen haakjes) 22 van 12 november 2010

[2] Deze Eerste Chinees-Japanse oorlog ging ook al over Korea.

[3] Waarschijnlijk voor het eerst waargenomen door de Spaanse zeeman Bernardo de la Torre in 1543, vervolgens zeker door Miguel López de Legazpi in 1565, en de oudste vastgelegde naam was Parece Vela (Spaans voor "Het lijkt wel een zeil"). In 1789, arriveerde William Douglas op het Britse schip Iphigenia en het jaar daarop kreeg het de naam Douglas Rif. Het bestaan van dit atol was voor 1888 waarschijnlijk niet bekend in Japan. In 1922 en 1925 onderzocht het Japanse marineschip  Manshu  de omgeving. Toen bleek dat geen enkel ander land aanspraak maakte op het rif, verklaarde Japan in 1931 dat het Japans territoir was, onder de jurisdictie van Tokio Prefectuur, geclassificeerd als onderdeel van de subprefectuur Ogasawara, met de naam Okinotorishima.

[4] Als vergelijking: het gehele landoppervlak van Japan zelf is 360.000 km2. De totale oppervlakte van Nederland is 41.526 km2.

[5] Dat is niets om van te schrikken; welke stelling je ook wilt poneren, je kunt altijd juristen vinden die je gelijk geven.

[6] Misschien is het toch niet helemaal zonder betekenis dat er erg veel islamitische landen in de VN zitten.

[7] De trias politica (ook de driemachtenleer genoemd) is een uitwerking van het idee van scheiding der machten binnen een staat. Het is een politiek systeem dat werd bedacht door de Franse Verlichtingsfilosoof Charles Montesquieu. Montesquieu heeft de term trias politica overigens nooit zelf gehanteerd. Hij wilde wel drie afzonderlijke organen in het leven roepen. Daarbij legde hij veel nadruk op de wetgevende macht, terwijl de rechter niet meer zou moeten zijn dan een wetstoepasser.

[8] Stemmen zonder last betekent dat een volksvertegenwoordiger zich niet mag laten opdragen in een stemming een bepaald standpunt in te nemen. De vertegenwoordiger moet op basis van eigen inzicht en overtuiging een oordeel vellen.

[9] Stemmen zonder ruggenspraak betekent dat men besluiten kan nemen zonder daarover eerst met iemand uit de achterban overleg te plegen.

[10] In de Noordoostpolder worden kritische vragen gesteld aan een ChristenUnie wethouder die als lijstduwer op de lijst van zijn partij staat, al heeft hij duidelijk gemaakt dat zijn wethouderschap voorgaat.

« Terug