(tussen haakjes) 18: “Even geduld! De zuster komt eraan”, “Zijn ze nu nog niet weg”?, Het blijft su

zaterdag 16 oktober 2010 21:25

Even geduld! De zuster komt eraan.
Ook dat kan, Almere als lanceerplatform voor een politieke carrière.  Kijk maar naar de nieuwe minister van OC&W in het kabinet dat op afstand gemanaged wordt door Geert Wilders: Janneke Marlene (Marja) van Bijsterveldt-Vliegenthart. Na gedurende een tiental jaren in de gezondheidszorg te hebben gewerkt, kwam Marja in 1990 voor het CDA in de Almeerse raad. In hetzelfde jaar nog werd ze wethoudervan sociale zaken, welzijn en woonruimteverdeling, maar niet voor lang. In 1993 werd ze tot aftreden gedwongen, omdat ze zich niet wilde neerleggen bij de nogal achterbakse manoeuvres van PvdA en VVD om burgemeester De Cloe te lozen. Maar elk nadeel kan worden omgezet in een voordeel. Als ze op het Almeerse pluche was blijven plakken zou ze waarschijnlijk niet in september 1994 als jongste burgemeester ooit haar intrede hebben gedaan in de toen nog zelfstandige gemeente Schipluiden, waar men haar capaciteiten blijkbaar goed had ingeschat. Het was wel geen bijster grote gemeente, qua inwonertal ongeveer even groot als het personeelsbestand van het AMC en VU-ziekenhuis samen, maar je moet ergens beginnen. Ze is daar gebleven tot kort voor de opname van Schipluiden in de nieuwe gemeente Midden-Delfland in 2004. Ook als burgemeester was ze actief gebleven binnen het CDA, onder andere als voorzitter van het CDA Vrouwenberaad en in november 2002 werd zij de eerste voorzitter van het CDA die niet door de mandarijnen, maar rechtstreeks door de leden was gekozen. Blijkbaar beviel deze keuze, want in mei 2006 werd zij herkozen voor een tweede termijn. In die tijd was het partijvoorzitterschap geen sinecure. Het CDA moest door een moeilijke periode worden geloodst na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 naar een verkiezingsoverwinning in november 2006.

Bij het aantreden van het kabinet Balkenende IV werd Van Bijsterveldt, ondanks (of juist dankzij) de omstandigheid dat ze alleen een verpleegdiploma had, aangesteld als staatssecretaris voor onderwijs, cultuur en wetenschap. Ze legde daarop haar functie als partijvoorzitter neer. Als staatssecretaris heeft ze blijkbaar een  goede indruk achtergelaten (ze verzwaarde de exameneisen en beboette scholen die te weinig les gaven en dat ze de invoering van de 'gratis' schoolboeken door de kamer kreeg, wordt in Den Haag als een huzarenstukje beschouwd).
Tegen deze achtergrond is het misschien niet vreemd dat het maandblad Opzij in oktober 2009, in de lijst van 100 machtigste vrouwen in Nederland Van Bijsterveldt als nr. 3 opvoerde, vanwege enerzijds haar positie als staatssecretaris en anderzijds haar enorme netwerk in het CDA. Een jaar eerder had ook HP/de Tijd haar om dezelfde redenen al als een van de machtigste vrouwen van het Binnenhof geschilderd.

Wat mij opvalt is die fascinatie van de media met ‘macht’; alsof het een doel is, in plaats van een middel waarmee je de samenleving van dienst kunt zijn. Wat mij betreft is niet de vraag wie de meeste macht heeft, maar wie zijn / haar land het beste heeft gediend. Macht hadden Hitler, Stalin en Mao ook maar, gelukkig voor hun landen, niet het eeuwige leven. Ik vind het opvallender dat Marja binnen haar eigen partij geliefd lijkt te zijn, want dat zijn machthebbers vaak niet, ondanks de ‘spontane’, goed georganiseerde aanhankelijkheidsmanifestaties die hun een zekere legitimiteit lijken te geven.
Ik ben benieuwd of ze in haar nieuwe functie die populariteit ook buiten het CDA kan verwerven. Dat zal nog moeilijk genoeg zijn met deze portefeuille. Het valt me bijvoorbeeld op dat de kunst en cultuursector zich de borst al nat maakt om elke bezuiniging op hun terrein te bestrijden met alles wat ze in huis hebben en, op het gebied van publiciteit is dat nogal wat. Misschien zien ze de bui al hangen dat een groot deel van de bevolking liever hogere ‘oprotpremies’ voor allochtonen betaalt, dan meer subsidie voor ‘moderne kunst en cultuur’. 

Maar, hoe dan ook, in 1990 gelanceerd in Almere, is Marja nu geland op de Haagse maan. Een inspirerend voorbeeld voor alle meisjes in de Almeerse politiek. Trouwens, als ik er even over nadenk, is Heerenveen ook een uitstekende lanceerbasis voor vrouwelijke politici. In acht jaar tijd heeft Tineke Huizinga van de ChristenUnie ook een reis naar de Haagse maan en terug gemaakt, waar ze een Deltacommissie, een Deltawet, een Deltacommissaris, een Deltafonds en een OV-chipkaart heeft geplant. 

 


 

“Zijn ze nu nog niet weg”?
denk ik dan, als ik onder mijn ochtendgymnastiek naar de filemeldingen luister. Naarmate de onderhandelingen vorderden over een regering die als een omgekeerde piramide op één punt in evenwicht moet blijven, begon ik mij voor te bereiden op een afname van de bevolkingsdichtheid in ons land. Het waren er niet weinigen en ook niet de minsten die al lang van te voren gewaarschuwd hadden dat ze het ruime sop zouden kiezen, op zoek naar de echte vrijheid, als Wilders aan de macht zou komen. En dan al die ambtenaren die niet voor Wilders wilden werken…. Als zij daadwerkelijk opstappen moet dat toch wel een positieve invloed hebben op de filedruk in de omgeving van Den Haag. In elk geval hoeven we ons dan niet meer druk te maken over de dreigende afslanking van de overheid, want die vindt dan plaats door natuurlijk verloop.   

We kunnen ons er natuurlijk achter verschuilen, dat Geert niet echt in de regering zit, maar dan geloof je in een marionettentheater waarschijnlijk ook dat de poppen zichzelf bewegen, omdat de marionettenspeler niet zelf tussen zijn poppen op het toneel staat.
Het zal wel extra asfalt worden, als we van de files af willen komen.

 


 

Het blijft sukkelen
met het Stadshart. Eind september, tijdens een discussieavond in de bibliotheek, werd duidelijk dat Unibail Rodamco er niet aan denkt de huren in het Stadshart te verlagen, want: “De huren zijn goed, maar de omzet van de winkeliers is te laag”. Zo kun je er natuurlijk ook tegen aankijken. Maar om te tonen dat zijn hart toch op de goede plaats zit, merkte  directeur Clé van Beurden van Unibail Rodamco verder op: “Daar moeten we aan werken, maar dat kunnen we niet alleen doen. Daar hebben we de hulp van de gemeente bij nodig. Zorg dat we dat kunnen doen, wethouder.” 

Een aantal suggesties werden gedaan om die hogere omzetten te bereiken, zoals:

  • verlevendiging van het centrum met zogeheten green walls, kiosken voor kleinschalig ondernemerschap en plekken waar muziek kan worden gemaakt
  • aantrekken van meer consumenten uit de omliggende gemeenten. (“Almere moet het regiocentrum van Flevoland worden. Er moeten grotere klantenstromen op gang worden gebracht'', aldus Van Beurden).
  • routes naar het Stadshart duidelijker en groter maken.
  • meer sfeer in het centrum creëren.
  • Variabele huren, zodat winkeliers kunnen beginnen met lagere huren en meer gaan betalen als de omzet stijgt.
  •   Minder wind in het centrum. 

Voor zover ik weet heeft niemand het idee geventileerd winkeliers dezelfde omzet te laten draaien tegen minder kosten, bijvoorbeeld door de winkels op zondag weer gewoon dicht te houden. Integendeel, men gooit de kop in de wind en zegt dat onze omgeving meer consumenten moet leveren en dat we daarvoor de routes naar het Stadshart duidelijker en breder moeten maken. Kan iemand mij vertellen welke winkelgebieden in de omgeving zo achtergebleven zijn dat mensen naar Almere moeten trekken om hun inkopen te doen? Welke onweerstaanbare consumententrekkers heeft ons Stadshart die zo’n aantrekkingskracht op shoppers uitoefenen dat ze daarvoor in hun automobiel springen om hun hartstocht hier te komen bevredigen? En dan zouden we voor die virtuele winkelfanaten de autoroutes naar het Stadshart moeten verbeteren, terwijl wij aan de andere kant beweren dat we het CO2 uitstotende autoverkeer willen beperken?  Als we het winkelende publiek niet meer kunnen bieden dan fraaie architectuur, kunnen we die toestroom wel vergeten. Misschien dat architectuur toeristen trekt, maar dat zet nauwelijks zoden aan de winkeldijk;  toeristen komen niet om intensief te winkelen, want hetzelfde winkelaanbod hebben ze thuis ook al. 


Even afgezien daarvan; het huidige college gelooft niet meer in toeristen. In het Oostvaardersakkoord komt het woord ‘toerisme’ één keer voor en als we op uitdrukkingen als ‘Citymarketing’ zoeken vinden we als belangrijkste element Bestuursopdracht 11: ‘Breng een besparing in beeld van € 0,8 miljoen in de uitgaven en taken van Communicatie, Citymarketing / VVV en (een deel van) de evenementen’. Veel duidelijker kan het college het niet maken dat het niet van plan is aan een dood paard te trekken. Het leuke is dat ze daarmee ook precies in het straatje zitten van (enkele) oppositiepartijen. De partijen die in 2005 zo hartstochtelijk betoogden dat de winkels in heel Almere wel open moesten op alle zondagen, omdat Almere zo’n toeristische stad was, durven de uitdrukking ‘toerisme in Almere’ nauwelijks meer in de mond te nemen, om over een toeristenbelasting als extra inkomstenbron maar helemaal niet te spreken. Waarschijnlijk beseft men inmiddels dat toeristen in Almere maar een fractie laten liggen van de 25,5 miljoen euro op jaarbasis die ze dumpen in de NOP. 

Een ding lijkt wel duidelijk. De kreet “Zorg dat we dat kunnen doen, wethouder”, betekent gewoon: ‘als de Almeerders niet bereid zijn voldoende geld in het Stadshart uit te geven, dan moet hun belastinggeld ervoor zorgen dat ze het aan het Stadshart uitgeven’. Linksom of rechtsom, de belastingbetaler mag ervoor opdraaien. Nu weet ik wel dat banken zo’n kunstje hebben kunnen flikken, maar ik denk dat we dit als leergeld moeten zien.

 


 

Toch heeft Almere ze wel degelijk;
Inwoners die trots zijn op hun stad. Maar niet iedereen heeft een creatieve manier gevonden om haar/zijn liefde voor bijvoorbeeld onze architectuur, de ruimte in de stad, het Weerwater en voetbalclub Almere City FC te demonstreren. De 18-jarige Kimberley de Vries heeft wel iets bedacht en vervult in dit opzicht een voortrekkersrol. Uit liefde voor haar geboorteplaats heeft ze in een fraai handschrift het woord 'Almere' in haar nek laten tatoeëren. 

Onze burgemeester heeft niet veel op met tatoeages, maar beweert dat ze Kimberley wel waardeert als ambassadeur voor de stad. Volgens mij had haar reactie wel iets enthousiaster mogen klinken. Waarom is ze niet op het idee gekomen ‘het Geheim van Almere’ hiermee juist die stimulans te geven die er een publiek geheim van zal maken? Waarom maakt ze  geen gebruik van het enthousiasme van onze jeugd door ze gratis rugtatoeages aan te bieden, met teksten als ‘Almere heeft ons’ (voor jongedames) en ‘Ik kick op Almere Stadshart’ (voor breedgeschouderde jongemannen). Ik moet me heel sterk vergissen als het effect daarvan niet vele malen groter zal zijn dan van ambassadeurs in driedelig pak met stropdas, die in hun bolides (straks) met 130 km/u van hot naar haar scheuren. Zelfs als de jongelui gaan winkelen in Amsterdam of het Gooi, maken ze nog reclame voor Almere. 

Voor jongeren die hun rug voorlopig nog vrij willen houden voor andere inscripties, kunnen we het als tussenoplossing ook proberen met het verstrekken van t-shirts met wervende teksten. 

Jelte Huizenga
ChristenUnie raadslid 2006-2010

« Terug