(tussen haakjes) 17: Een geslaagde actie, Wordt Nederland weer gidsland?

dinsdag 12 oktober 2010 21:51

Een geslaagde actie
President in ballingschap John Wattilete van de Republiek der Zuid-Molukken  had waarschijnlijk niet durven hopen dat zijn kort geding om de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono te laten arresteren na aankomst in Nederland de aanleiding zou worden voor internationale diplomatieke commotie en een tsunami aan sussende woorden. 

Het zij hem van harte gegund, want de Molukse erfenis van ons koloniale verleden wordt in de verhouding tussen Nederland en Indonesië maar al te gemakkelijk weggeschoven als een quantité négligeable, terwijl Molukkers hier en in de archipel echt wel reden hebben zich gegriefd te voelen over de opstelling en handelingen van de Indonesische regering toen en nu. 

Maar, als je naar de zaak zelf kijkt kon je zelfs nauwelijks spreken van ‘een ballonnetje oplaten’; het had meer weg van bellenblazen om de aandacht van de omstanders te trekken. Een bezoekend staatshoofd geniet in Nederland en overal elders immers immuniteit voor strafvervolging. Je hoefde dus echt geen sterrenwichelaar te zijn om de uitkomst van het kort geding te voorspellen. 

Toch kan ik me de reactie van Yudhoyono ook wel voorstellen. Als president van een groot land wil je niet met zulke acties geconfronteerd worden. Betogingen? à la, maar rechtszaken? Mooi niet! 

Maar, met deze ervaring uit het verleden lijkt het me een goed idee om garanties voor de toekomst in te bouwen. Het is verstandig om herhaling van dit soort incidenten te voorkomen want, gezien het effect van deze zaak, mag je er van uitgaan dat de copy cats zich al staan warm te lopen tussen de coulissen. Waarom zou je hetzelfde niet proberen met een president van de VS als die op bezoek wil komen? Een reden is gauw gevonden. Hetzelfde geldt voor de Britse premier (of geldt de immuniteit alleen Koningin Elisabeth en niet haar regeringsleider?) en voor President Sarkozy, om maar een paar voor de hand liggende doelwitten te noemen. 

Het lijkt me daarom een goed idee om bij wet vast te leggen dat aanklachten tegen zittende staatshoofden en regeringsleiders niet tot gerechtelijke behandeling kunnen leiden, op grond van hun internationaal erkende immuniteit. Want, laten we eerlijk wezen, we zouden toch niet het risico willen nemen dat een bevriend staatshoofd, bijvoorbeeld de president van Suriname, op het laatste moment weer een bezoek afblaast waar we zo lang verlangend naar hebben uitgezien? En bij Yudhoyono komen we er dan misschien achter dat het toch niet Ambon, maar Wilders, was die hem als een graat in de keel stak.

 

Wordt Nederland weer gidsland?
Ik zie het helemaal zitten. Ik durf te voorspellen dat de Nederlandse taal weer een nieuwe uitdrukking heeft toegevoegd aan het internationale politieke jargon. De laatste keer dat dit lukte was toen het begrip ‘apartheid’ wereldwijd ingang vond. Deze keer is het gelukkig niet een woord waarvoor we ons eigenlijk schamen dat het binnen onze taalfamilie valt. Nu gaat het om de fiere polderuitdrukking ‘gedogen’

Binnenslands kenden we de uitdrukking natuurlijk al langer in het kader van zogenaamd ‘gedoogbeleid’ waarbij bestuursorganen er een beleid van maken om overtreding van bepaalde wetten niet te vervolgen. Dit gedogen kan actief gebeuren via een gedoogbeschikking of ambtelijk als zo’n beschikking nog een stap te ver is. Bij passief of stilzwijgend gedogen weet het bestuursorgaan wel dat er een overtreding heeft plaatsgevonden, maar treft het geen maatregelen en treedt er niet tegen op. 

Je kon het er mee eens zijn of niet, maar tot zover was het allemaal redelijk duidelijk; tenminste voor autochtone Nederlanders. Sinds dit voorjaar hebben we geleerd dat de uitdrukking ‘gedogen’  een ingebouwde expansiedrang heeft. Ik kan dat misschien het beste illustreren aan een aantal voorbeelden, waarvan de meest prominente te maken hebben met de formatie van het minderheidskabinet VVD-CDA, want daarmee is de dam gebarsten en worden we overstroomd door gedoogvarianten: 

Inge van der Vlies, hoogleraar staats- en bestuursrecht onderscheidt bijvoorbeeld al 4 met elkaar samenhangende betekenissen van gedogen die een rol lijken te spelen bij de formatie:

  • Gedogen als een compromis waar je niet achterstaat (mening over de Islam),
  • Gedogen als een compromis waar je wel achterstaat (gedoogakkoord, dat je verdedigt),
  • Gedogen als parlementaire variant met toegezegde ondersteuning (je belooft de ministers niet weg te stemmen, al hoewel er geen eigen ministers zijn, PVV),
  • Gedogen als parlementaire variant met te verwachten stemgedrag (je doet uitlatingen over vermoedelijk niet wegstemmen, SGP).  

Ze vraagt zich daarom af hoe je dit kabinet in een woord zou kunnen omschrijven als bekende termen als ‘parlementair’ en ‘extraparlementair’ niet stroken met een of meer van de bovengenoemde betekenissen. 
Misschien ‘quasiparlementair’ of ‘populair parlementair’? Ze staat open voor betere suggesties. 

Als zelfs voor autochtone Nederlanders de uitdrukking alleen maar verwarring kan veroorzaken, is het geen wonder als onze buitenlanden horendol worden vanwege de vele aspecten van het politieke leven waarin ‘gedogen’ in een of andere zin praktisch vorm krijgt, zoals:

  • De eenmanspartij Wilders gedoogt een minderheidskabinet, maar wel op basis van een gedoogakkoord
  • De tweemansfractie SGP gedoogt het gedoogakkoord, maar stilzwijgend, zonder een formeel gedoogakkoord
  • CDA Kamerleden Ferrier en Koppejan gedogen Wilders als gedoger, maar niet stilzwijgend, of alleen zolang hij gebruik maakt van zijn zwijgrecht.
  • Wilders gedoogt de Nederlandse rechtspraak, maar: ‘breek me de bek niet open!’.
  • We gedogen allochtonen, zolang ze maar zoveel mogelijk buiten ons gezichtsveld blijven of onderweg zijn naar hun land van herkomst.
  • We gedogen geen boerka’s, behalve als de inwoonster haar afzondering van de publieke ruimte benut om stickies te roken. Daarmee sluiten we dan weer aan bij ons traditionele gedoogbeleid, waar men in de buitenlanden ook al niet veel van snapte. 

Dit zou je allemaal voorbeelden van ‘rechts-gedogen’ kunnen noemen. Dat is bijzonder, want traditioneel heeft rechts meer met ‘zerotolerantie’ . Gelukkig laten de ‘links-gedogers’ zich niet helemaal het initiatief uit de handen slaan en komt (Groen)links met nog weer een nieuwe variant:

  • Reformatorische scholen en andere godsdienstige instellingen moeten iedereen (bij voorkeur homo’s) als werknemer gedogen, die zegt de religieuze principes van zijn/haar werkgever te willen gedogen.  

Verder lijkt het erop dat het gedoogvirus zich niet aan landsgrenzen houdt, want:

  • Angela Merkel gedoogt een centrumrechtse regering in Nederland. (ook al gedoogt Wilders niet, dat zij het betreurt dat VVD en CDA zich bij de vorming van een minderheidskabinet laten steunen door de PVV).
  • De Europese Commissie gedoogt Nederlandse verrechtsing. (omdat het geen Oostenrijk is met een naziverleden en omdat niet-gedogen rechtse tendensen in andere Europese landen alleen maar zou stimuleren; bovendien vertrouwt zij erop, dat het Europese Hof van Justitie uit principe geen afwijking van Europese richtlijnen gedoogt).
  • Het Europese parlement lijkt het Nederlandse regeerakkoord te gedogen, maar dit is geen garantie dat het t.z.t. ook Mark Rutte’s voorstellen zal gedogen, laat staan goedkeuren.  

Ik zou willen voorstellen om allochtonen die in staat zijn op een A-4tje de verschillende betekenissen en toepassingen van het begrip ‘gedogen’ uiteen te zetten (desnoods in het Turks, Marokkaans of Urdu) zonder meer het Nederlanderschap te verlenen. (hoewel, misschien moeten we ze 2 A-4tjes gunnen, want ik zie dat  ik zelf al een pagina heb gebruikt voor een beperkt overzicht). 

Jelte Huizenga
ChristenUnie raadslid 2006-2010

« Terug