(tussen haakjes) 10: Een schip op het strand - borrelende geldbronnen - De kogel is door de kerk

woensdag 19 mei 2010 19:45

Een schip op het strand
Het Openbaar Ministerie verdenkt de twee eigenaren van de blowboot in Almere ervan dat zij tot 5 miljoen euro hebben opgestreken uit de illegale verkoop van softdrugs. Verder hadden ze bij een justitiële overval op hun bedrijf in 2009 ruim vijftig kilo hennep en duizenden joints in hun bezit; iets meer dan de 500 gram die de Opiumwet toestaat. 

Dit voorval demonstreert dat het gedogen van coffeeshops, met alle voorzorgen die genomen worden om betrouwbare uitbaters te vinden, een goed vertrekpunt is om uitstapjes te wagen in het criminele circuit. De omstandigheid dat de uitbaters van de blowboot de bekende strafpleiter Gerard Spong hebben weten over te halen om hun belangen te verdedigen duidt erop dat het hierbij om echt geld gaat, want deze advocaat verdient zijn inkomen niet met het verdedigen van jeugdige graffitispuiters. 

Dat ook anderen gemakkelijk vuile handen kunnen krijgen in dit gedoogbeleid blijkt wel uit de lijst van getuigen die zijn opgeroepen om de verdediging te helpen. Spong verwacht dat Burgemeester Jorritsma, voormalig wethouder Henk Smeeman, een aantal ambtenaren en politiemensen kunnen bevestigen dat het hun bekend was dat de blowboot over grotere dan de toegestane voorraden beschikte, alleen al vanwege het aantal dagelijkse bezoekers van deze boot. 

Als dit blijkt te kloppen is dat een reden temeer voor de gemeenteraad om de komst van nieuwe coffeeshops op zijn minst met argwaan te bekijken, want welke zekerheid heeft hij dan nog dat de betuigingen vooraf over het nauwgezet handhaven van de Opiumwet in de praktijk ook kunnen of zullen worden nagekomen. Dit nog afgezien van het zo langzamerhand algemeen doorgedrongen inzicht, dat deze vorm van horeca niet bijdraagt aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid van zijn stamgasten. Laten we hopen dat deze blowboot op het criminele strand als baken in de zee van het gedoogbeleid gaat dienen.


Borrelende geldbronnen
Op 15 oktober 2002stelde Kamerlid Wilders (destijds nog voor de VVD) een serie vragen aan de regering over financieringen vanuit Saoedi-Arabië, welke door hem als zeer problematisch werden gezien. Niet alleen door hem trouwens, zelf heb ik ook moeite met financieringen uit het buitenland die onder welk mom dan ook als ultiem doel hebben de politiek in Nederland naar hun hand te zetten. 

Ik heb niet de indruk dat Wilders sindsdien milder is geworden tegenover pogingen uit het (vooral islamitische) buitenland, om hier ongewenste invloed uit te oefenen. Om dit bevestigd te krijgen heb ik het PVV- verkiezingsprogramma er eens op nageslagen, maar tot mijn verbazing kon ik daarin geen enkele verwijzing meer vinden naar dit onderwerp. Toch komen (moslim)immigranten er in dit programma niet beter af dan voorheen; geen islamitische scholen, geen nieuwe moskeeën, geen sociale voorzieningen als ze werkloos worden, maar wel onmiddellijke uitzetting als ze dan, door honger gedreven, misdrijven begaan etc. etc.
Het kan natuurlijk zijn dat het door Wilders voorgestane verbod op islamitische scholen en moskeeën impliceert dat die externe financiële steun dan ook geen probleem meer zal zijn. Maar zolang dat verbod niet bestaat, lijkt mij wahabitisch oliegeld een in Nederland ongewenste muntsoort. Het is dan juist opvallend dat Wilders in zijn uitgesproken verzet tegen wat hij klimaat- en milieuhysterie noemt, er alles aan doet om ervoor te zorgen dat de Wahabieten voorlopig in het geld kunnen blijven zwemmen.
Ik blijf het ook merkwaardig vinden dat mogelijke buitenlandse (financiële) steun aan Nederlandse politieke partijen, cq politici niet eens aangestipt wordt. Je zou toch denken dat toekomstige Aboutalebs en Marcouches die met Marokkaans geld aan de macht geholpen worden een nog groter schrikbeeld voor hem moeten zijn dan buitenlandse subsidies voor scholen en gebedshuizen. 

Deze omissie in het partijprogramma zal toch niet te maken hebben met een uitgebreid artikel dat ik in het Nederlands Dagblad las: ‘Geert Wilders wordt gesponsord door conservatieve Amerikaanse groeperingen en rechtse multimiljonairs’. Uit de rest van het artikel wordt duidelijk dat substantiële bedragen met zes cijfers worden opgehaald door bijvoorbeeld het David Horowitz Freedom Center in Los Angeles, onder de vlag van steunverlening aan Wilders in de strafzaak wegens haatzaaien en ‘groepsbelediging’ van moslims welke tegen hem is aangespannen.
Horowitz en andere steunpilaren in de VS die Wilders zien als een hedendaagse Churchill, benadrukken dat ze geen politieke donaties verstrekken. Amerikanen mogen volgens de wet geen buitenlandse politici financieren. Het probleem is echter dat de PVV geen openheid van zaken geeft over de aanwending van deze geldstromen. Een Amerikaan die geld wil overmaken naar het ‘Geert Wilders Legal Defense Fund’ krijgt het gironummer van de Stichting Vrienden van de PVV en dat is dezelfde stichting waar Nederlanders ook hun politieke donaties naar overmaken.
Voor zover ik weet verstrekt Wilders geen jaaroverzichten van de inkomsten en uitgaven van deze stichting. Het zou wel mooi zijn als hij daaruit ook een deel van de beveiligingskosten betaalt die door de Nederlanders gemaakt worden om hem in staat te stellen zo’n succesvolle fondsenwerver te worden.

Hoewel, zoals gezegd, het programma van Wilders het onderwerp van buitenlandse subsidiëring niet (meer) aanstipt, staan in het hoofdstuk ‘Kiezen voor democratisering’ wel enkele passages die hiermee in verband gebracht kunnen worden; bijvoorbeeld ‘Geen subsidies aan politieke partijen’. Als je die uit het buitenland kunt krijgen, heeft subsidie door de Nederlandse regering natuurlijk geen zin. En ‘Absolute transparantie van Europees besteed geld’ zal toch niet zo beperkt uitgelegd moeten worden dat deze transparantie niet nodig zou zijn in andere gevallen, bijvoorbeeld bij moskeeën en politieke partijen. Evenzo zal het thema ‘Corruptie altijd keihard aanpakken’ ook de wijdste strekking moeten krijgen en het is algemeen bekend dat transparantie in geldzaken nog altijd de beste manier is om corruptie te voorkomen, ook voor politieke partijen. 

Het lezen van zijn programma roept trouwens ook vragen op. Je vraagt je bijvoorbeeld af of voorstellen als de ‘Gekozen minister-president’ en ‘Maak topfuncties in de rechterlijke macht en het OM verkiesbaar’ niet ook op andere belangrijke functies moeten worden toegepast, zoals het kiezen van de partijleider door leden van een partij. Ik acht het niet uitgesloten dat Hero Brinkman op grond van dergelijke passages in het partijprogramma op het idee is gekomen dat ook Wilders graag leider van zo’n democratische partij wil worden.
Daarin kon hij zich echter wel eens vergissen. Zelf heb ik eerder de indruk dat Wilders zijn inspiratie voor een doelmatige structuur van zijn politieke partij heeft opgedaan uit een passage in antwoord 1 op zijn eerder genoemde Kamervragen: ‘Bij de Tawheed is er daarnaast een symbiose van imamschap, moskeebestuur en schoolbestuur. Eén persoon is imam, voorzitter van het Tawheed-bestuur en bestuurder op de school’. Uiteraard moet je altijd bereid zijn om van je vijanden te leren. Dat Wilders dat kan toont hij nu weer aan met het aanboren van Amerikaanse subsidiebronnen.

 

De kogel is door de kerk
Sinds D66 eind april haar politieke boezemvrienden uit de coalitieboot liet vallen zijn de collegebesprekingen in rustiger water voortgezet; zo rustig zelfs dat voor de kijkers de lol er een beetje af was. Wel zou meneer Muurlink van de PvdA op de Dag van de arbeid Leefbaar Almere en GroenLinks nog uitgenodigd hebben om verder te komen praten over de vorming van een nieuw college van burgemeester en wethouders, maar de aangesproken partijen hebben deze uitnodiging waarschijnlijk als 1-meiretoriek terzijde gelegd en verklaard dat ze alleen met z’n tweeën plaats wilden nemen in een nieuw college. Ook de voorwaarde voor elk een eigen wethouder werd gehandhaafd.
Ongetwijfeld met droefheid in het hart, maar wel heel snel, werd toen aan de combinatie CDA/CU gevraagd om nu maar aan te schuiven bij de onderhandelingen over een nieuw college. Niet iets om van verbazing achterover te vallen trouwens; zeker niet voor toeschouwers die zich niet hadden afgevraagd òf dit nog ooit zou gebeuren, maar wanneer. 

Sommige toeschouwers vroegen zich ook af of CDA/CU dit nog wel zou moeten willen, nadat ze in het voorgaande traject zo lang gemarginaliseerd waren, maar men moet zich dan realiseren dat gekwetst eergevoel geen bonuspunten oplevert in de politiek. 

De enige steen die het verstilde wateroppervlak in deze politieke vijver liet rimpelen werd geworpen door wethouder Martine Visser die rond die tijd bekend maakte, dat in de periode van collegeonderhandelingen bij haar de onbedwingbare behoefte was ontstaan gehoor te geven aan een uitnodiging om per 1 augustus rector van de Christelijke Scholengemeenschap Calvijn in Rotterdam en Barendrecht te worden; een school met 4500 leerlingen en meerdere vestigingen. Het is jammer dat ze gaat, maar niet helemaal onbegrijpelijk. Hoewel ze met voldoening terug mag kijken op de afgelopen collegeperiode, wat haarzelf betreft vooral op het binnenhalen van Windesheim, de aanpak van het voortijdig schoolverlaten en de kwaliteitsimpuls in het onderwijs via de Lokaal Educatieve Agenda, was dat niet het geval met het verkiezingsresultaat van het CDA onder haar aanvoering. Dat zet een mens toch aan het denken.
Persoonlijk zal ik haar missen; om haar persoon, haar kwaliteiten, maar ook om de volstrekt integere manier waarop ze het wethouderschap voor twee partijen invulling heeft gegeven. Gelukkig is ze nog jong genoeg om iets nuttigs te gaan doen in de maatschappij en er zijn niet veel zaken nuttiger dan uitstekend onderwijs.
Haar vertrek heeft wel een kettingreactie teweeg gebracht in de CDA-fractie, weten we inmiddels. Mevrouw Berdien Steunenberg, de nummer twee op de kieslijst heeft een wethoudersplaats veroverd en de heer Koos van Teijlingen, tot voor kort nog fractieassistent, wordt ineens gepromoveerd tot fractieleider van het CDA. Proficiat Koos! De oudjes doen het niet slecht tegenwoordig! 

De nieuwe onderhandelingen kwamen niet meteen goed uit de startblokken want mevrouw Roelie Bosch (ChristenUnie) moest namelijk een dagje met de kinderen naar Duinrell en Berdien Steunenberg van het CDA zat nog in Frankrijk. De eerste gesprekken waren dus vooral aftastend en bijpratend. Volgens Bosch was een college ook niet zomaar geformeerd. Zij vond dat er nog genoeg te onderhandelen overbleef. De ChristenUnie wilde vooral een goede aansluiting bij het ingezette beleid van de afgelopen collegeperiode en duidelijkheid over de voorgenomen bezuinigingen. Daarnaast moesten het CDA en de ChristenUnie onderling ook nog tot goede afspraken komen voor het geval dat ze inderdaad weer samen een wethouder zouden leveren. 

De datum van presentatie van college en akkoord werd steeds iets verder opgeschoven nadat op 5 mei de spoedige onthulling al was aangekondigd. Als dit te maken had met bijzondere problemen in de onderhandelingen, werd dit onder de pet gehouden. Wat erover werd gepubliceerd waren speculaties. 

Vandaag, 19 mei is het dan zover. Almere heeft na 56 dagen een nieuw college van PvdA, VVD, D66 en CDA/ChristenUnie, bestaande uit (verrassing!) zes wethouders. Het coalitieakkoord dat de vijf partijen hebben getekend heeft de titel ’Investeren in een gezond Almere’. Dit verwijst misschien naar de twintig miljoen euro die het college de komende vier jaar wil investeren in onderwijs, veiligheid en economie. Dat klinkt niet onaantrekkelijk; in elk geval beter dan de mededeling dat in 2015 een begrotingstekort van 25 miljoen wordt verwacht dat ook nog even weg gemasseerd moet worden. Hiervoor wordt een beproefde methode ingezet, de kaasschaaf. Maar dan wel een die dikke plakken snijdt; 10 % van elke wethoudersportefeuille. Hoe dat precies ingevuld gaat worden moeten we nog afwachten, omdat de wethouders eerst nog even moeten bekijken welke voorstellen haalbaar zijn en welke effecten ze zullen hebben op de stad. Onze nieuwe of gerecykelde wethouders Adri Duivesteijn (Ontwikkeling) en Ineke Smidt (Samenleving) namens de PvdA, Arno Visser (Financiën) en Ben Scholten (Economie) namens de VVD, René Peeters (Onderwijs en Jeugd) voor D66 en Berdien Steunenberg (Beheer) namens de combinatie CDA/ChristenUnie krijgen er nog een hele klus aan om een aantrekkelijk afslankmenu voor de Raad samen te stellen. 

Zo op het eerste gezicht ziet het er allemaal nog niet zo spectaculair uit, maar dat kan nog komen. Helaas heb ik even geen tijd daar op te wachten, omdat ik vanwege een interne verbouwing een paar dagen het veld, of liever mijn huis moet ruimen. Voorlopig troost ik me maar met een oude Chinese wijsheid: ‘Je moet een slang niet minachten omdat hij geen hoorns heeft, want wie weet of hij op een goede dag niet een draak zal blijken te zijn’. 

Jelte Huizenga
ChristenUnie raadslid 2006-2010

« Terug