(tussen haakjes) 08: Waar was Maarten? - Cocky Kuipers dus - Partijdemocratie; niet zo gemakkelijk

zaterdag 01 mei 2010 17:24

Waar was Maarten?
Maarten Wolterink bedoel ik. Net nu we hem deze week nodig hadden om de politieke ver- en ontwikkelingen op zijn geraffineerde wijze te illustreren, was hij er niet. Dat wordt dus een hiaat in mijn geplande opus “Politiek? Het kan ook in Almere!” Kunnen we voortaan vooraf even overleggen Maarten, wanneer jij wel of niet kunt tegemoetkomen aan jouw afwezigheidsbehoefte? 

Cocky Kuipers dus,
zou het antwoord kunnen zijn op de vraag die ik vorige week stelde: ‘Wie houdt het meest van pluche?’ Achteraf realiseer ik mij dat de vraag verkeerd gesteld was. Hij had moeten luiden: ‘Wie komt op het pluche?’ want uit de reacties van de betrokken partijen in de loop van de week blijkt overduidelijk dat de oude spreuk ‘de liefde tot het pluche is elke politicus aangeboren’, nog niets aan waarheid heeft ingeboet. We hoeven daar ook niet minachtend over te doen, want het pluche is wel de plaats van waaraf een politieke partij (een deel) van de zaken kan realiseren waarover zij zich voor de verkiezingen (terecht of onterecht) druk heeft gemaakt. Het wordt pas een vervelende eigenschap als de liefde voor het pluche ontaardt in ‘plucheplakkerij’, omdat het zo lekker warm voelt aan de bibs, vergeleken met een oncomfortabel, langdurig verblijf op de koude oppositiebanken. 

Het leek allemaal zo goed te gaan. Aan het begin van de week werd ons verteld dat een college met PvdA, VVD, D66, Leefbaar Almere en GroenLinks een stap dichterbij was gekomen, want De PvdA, VVD en D66 hadden de voorgaande vrijdag en zaterdag het financiële kader voor de collegeperiode 2010- 2014 vastgesteld. Ook waren onderwijs en veiligheid in het beeld gekomen. Informateur Hans Andersson toonde zich tevreden over de voortgang en kenmerkte de besprekingen zelfs als 'constructief' en 'intensief'. Hij voorspelde dat deze week beslissend zou zijn voor de samenstelling van het college van burgemeester en wethouders en het programma. Bij een succesvol verloop hoopte Andersson het college op vrijdag 7 mei 2010 te presenteren. Gezien de recente ontwikkelingen wordt dat misschien nog wel 2010, maar geen 7 mei meer, tenzij ze er echt de sokken in zetten. 

Midden in de week bleek dat de constructieve en intensieve besprekingen inderdaad over het pluche gingen; over vijf, zes of zeven wethouders. De bende van drie (D66, LA en GL) ging voor vijf of zeven, de Bende van twee (PvdA en VVD) met de informateur voor zes. Zes wethouders betekende, dat het blok van drie samen twee wethouders mocht leveren. Hiervan zou mevrouw Kuipers, vanwege haar coöperatieve houding er één kunnen claimen, en dat betekende dat LA en GL samen één wethouder zouden moeten delen. Nu hebben die partijen natuurlijk altijd een warme band gehad in de oppositie, maar ook weer niet zo warm, dat ze daarmee nu één wethouder zouden kunnen inspireren. Of, zoals meneer Pet het verwoordde: “We gaan niet delen. We willen ons eigen geluid in het college laten horen’’, waarmee hij nog eens duidelijk maakte dat politieke eensgezindheid niet de drijvende kracht achter hun blokvorming was geweest, maar de wens om met elkaar mee te liften om in het college te komen, waar dan ieder voor zichzelf zou moeten zien eruit te halen wat erin zat. 

Dat PvdA en VVD niet veel zien in een college met vijf wethouders, waar ze bij wijze van spreken door de Bende van drie overstemd zouden kunnen worden en evenmin in een college van zeven, waarin het blok van drie een onevenredig zwaar gewicht zou hebben met een achterban van 9 zetels, tegen hun 15. Door hier niet in mee te gaan opteerden LA en GL dus voor alles of niets, in plaats van liever een half ei dan een lege dop. 

Het resultaat zal u niet verbazen als u de vorige aflevering van (…) hebt gelezen. D66 had zo’n warm gevoel gekregen door haar betrokkenheid bij de programmaonderhandelingen dat ze daar niet meer zonder kon leven. Dus, hoewel ze een mandaat had gekregen om te onderhandelen over vijf of zeven, stemde ze in met het voorstel van de PvdA en de VVD om slechts zes wethouders aan te stellen. Haar voormalige bondgenoten hielden hun teleurstelling niet voor zich. Frits Huis van Leefbaar Almere voelde zich verraden. Ruud Pet van GroenLinks noemde fractievoorzitter Cocky Kuipers van D66 'een onbetrouwbare politicus’. Pet: “De politiek heeft al het imago onbetrouwbaar te zijn en D66 bevestigt dat beeld. Ik had geen idee hoe groot het ego van Kuipers is."
Allemaal krokodillentranen uiteraard, want je kunt je ook afvragen hoe groot de ego’s van meneer Pet en meneer Huis zijn, als ze elk hun eigen wethouder willen hebben binnen de huidige politieke constellatie. 

Mevrouw Kuipers was even niet bereikbaar voor commentaar, maar haar nummer 2, meneer Jan Lems, kan dat ook heel goed. Hij vindt het besluit van zijn fractievoorzitter te rechtvaardigen. Zij zou hiermee de belangen van haar partij hebben behartigd. Maar bovendien: “In deze tijd van bezuinigingen kun je een zevende wethouderspost niet verdedigen. Die paar ton belastinggeld kun je beter voor andere doeleinden gebruiken. Wij handelen in het belang van de stad." Er is natuurlijk geen sprake van dat D66 onbetrouwbaar zou zijn: “Wij nemen juist onze verantwoordelijkheid, want het duurt allemaal al veel te lang.” Ik waag het te zeggen, dat meneer Lems volkomen gelijk heeft voor wat betreft het partijbelang, maar dat de beide andere redenen schaamlappen zijn om de onedele delen te verhullen. Als het om politieke redenen noodzakelijk is dat er zeven wethouders komen, dan komen ze er gewoon. Zo niet, dan niet. Concreet: als je GL niet in het college wil hebben, zorg je dat hij een zetel moet delen met een andere partij. Dat het allemaal al veel te lang duurt, is ook klinkklare onzin. Uiteraard is het belangrijk dat er een nieuw college komt, maar is de stad soms onbestuurbaar geworden door de tijd die besteed wordt aan de (in)formatie? 

Meneer Lems suggereerde nog wel dat, nu D66 eenmaal woordbreuk had gepleegd, het goed zou zijn als Leefbaar Almere daartoe ook nog overgehaald zou kunnen worden. Het voelt namelijk prettiger aan, als je niet de enige in het gezelschap bent die zijn bondgenoten heeft laten vallen.
Op Koninginnedag leek het daar nog niet erg op. Frits Huis verwoordde het enigszins ruw maar niet onduidelijk: “Wij zijn gewoon genaaid". En verder: “Cocky Kuipers heeft ons gisterochtend gebeld met de boodschap te kiezen voor zes wethouders. Terwijl zij de avond ervoor ons nog geruststelde en beloofde te gaan voor zeven wethouders. Dit is ongelofelijk, Kuipers is een goede actrice.

Gelukkig is het niet alleen een Delila geweest die de beide heren van hun kracht heeft beroofd. Ergens op de achtergrond beweegt zich ook nog die sinistere ‘kleine regisseur uit Den Haag’ zoals meneer Huis wethouder Duivesteijn noemt. Volgens hem is hij twee dagen na de verkiezingen gebeld door Duivesteijn: “Hij beloofde mij een wethouderspost, dit terwijl de PVV toen nog aan zet was. Ik vond dat te ver gaan en ben toen in gesprek gegaan met D66 en GroenLinks. Daaruit is het idee ontstaan van onze samenwerking." Als het waar (maar waarschijnlijk nooit te bewijzen) is wat de heer Huis vertelt, heeft op dat moment zijn politieke instinct hem volledig verlaten. Dat de PVV toen nog aan zet was, is hier noch daar. Frits hoefde echt niet te hopen dat Raymond de Roon hem wel een wethouderspost zou gunnen.
Als je dan een wethouderspost aangeboden krijgt uit een andere kansrijke hoek, ga je die mogelijkheid toch niet bederven door een aanvallend en verdedigend bondgenootschap te sluiten met twee andere partijen? Wel eens meegemaakt, dat vermeerdering van het aantal varkens de spoeling dikker maakt?
Meneer Pet deelt Huis’ visie op de wethouder: “Duivesteijn speelt een grote rol bij deze onderhandelingen. Zijn wil is wet. Blijkbaar neemt hij ons nog van alles kwalijk. Ik dacht dat de lucht geklaard was." Het had misschien geholpen als Ruud Pet mijn idee had overgenomen en een ‘ode aan Adri Duivesteijn, de Baron Hausmann van 20e eeuw’ op de onderhandelingstafel had gelegd. 

Wat nu’, om Lenin nog maar eens te citeren. PvdA, VVD en D66 hebben welgeteld 18 zetels van de 39 in totaal. Ze hebben dus 2 zetels extra nodig voor een minimale meerderheid in de raad. Die kunnen ze halen bij Leefbaar Almere, de combinatie CDA/CU en de SP. Ik vrees dat de loverboy-tactiek onder de gegeven omstandigheden weinig meer zal uithalen bij Frits Huis, dus zal het een van de beide andere opties worden. De SP heeft daarbij de handicap dat haar ideeën over woningbouw en alles wat daarmee samenhangt nogal lijken te conflicteren met jawel, de ideeën van wethouder Duivesteijn. Hoewel meneer Mulckhuijse eerder in het proces heeft aangegeven dat er met hem valt te onderhandelen, betwijfel ik dat dit ver genoeg zal gaan. 

Omdat de informateur op Koninginnedag naar de Vrijmarkt wilde, zijn er die dag geen formele stappen gezet om verder te komen. De combinatie CDA en ChristenUnie wacht daarom op een eventuele uitnodiging van de formateur en doet verder ook geen uitspraken, of heel indirecte, over de vraag of D66 nog wel als betrouwbare partner kan worden gezien na haar ommezwaai. Eerlijk gezegd is dat ook heel moeilijk. De drie partijen hebben een stommiteit begaan door een bondgenootschap te sluiten waarin één partij in feite de bewegingsvrijheid van de beide andere kan bepalen. Dat lijkt op politieke harakiri.
Je kunt je afvragen of het redelijk is iemand aan zulke ondoordachte afspraken te houden, maar in dat geval lijkt mij de Koninklijke weg om elkaar te ontslaan van die beloften. Als dat niet wordt gedaan, heb ik altijd nog meer met de Bijbelse aansporing:Zijn eed breekt hij niet, al brengt het hem nadeel’ (psalm 15: 4) 

Waarom zou dat slecht zijn in de politiek?

 

Partijdemocratie is nog niet zo gemakkelijk
Ook bij de Partij voor de Dieren hebben ze een (aspirant) Grote Roerganger in de persoon van Marianne Thieme die, behalve dat ze voorzitter van het bestuur was en gedoodverfde lijsttrekker, ook zitting had in de kandidatencommissie voor de Kamerverkiezingen. In die combinatie van hoedanigheden was het haar gelukt Esther Ouwehand, momenteel haar collega in de Kamer, helemaal van de conceptkandidatenlijst afgevoerd te krijgen. 

Maar, anders dan bij meneer Wilders, heeft de PvdD wel leden (alhoewel dieren zelf noch passief noch actief lid kunnen zijn en daarom door de Clara Wichmannstichting legitiem in een slachtofferrol kunnen worden gedrukt) die partijcongressen houden. Daar kunnen ze (weliswaar buiten de openbaarheid) zelfs besluiten nemen die tegen moeders wil ingaan. Dat begint al aardig op een vorm van interne partijdemocratie te lijken, waar PVV-stemmers alleen maar met jaloersheid naar kunnen kijken. 

Op het partijcongres in Ede werd Marianne overtuigend gekozen als lijsttrekker, maar even overtuigend werd Esther op de tweede plaats van de kandidatenlijst teruggezet. Iets minder overtuigend verklaarden beide dat ze vanaf deze week gezamenlijk hard campagne gaan voeren. Thieme verwoordde dat als: ”We gaan hard aan de slag om nieuwe successen te boeken voor dieren, natuur en milieu'' en ze ziet het ook beslist niet als een nederlaag dat Esther door het congres uit het vagevuur is gered, wel nee: “We zijn een democratische partij, de leden hebben een goede uitleg gehad. Het is een goed gebruik dat zo'n discussie op het congres gebeurt, en dat hebben we gedaan.'' 

De leden mogen dan wel een goede uitleg gehad hebben, maar wij niet terwijl ook wij stik nieuwsgierig zijn waarom Esther uit de Kamer gekiept moest worden. Laten we dat een ‘gebrek aan democratische transparantie’ noemen, iets dat PVV-stemmers ongetwijfeld zullen herkennen.
Maar nu is alles dus weer helemaal in orde en Marianne & Esther gaan na deze omkeeroperatie weer als Siamese tweeling door het politieke leven. Maar laten we niet te vroeg juichen, want zoals u ziet kunnen ze momenteel bij stemmingen nog niet eens dezelfde hand opsteken. 

Jelte Huizenga
ChristenUnie raadslid 2006-2010

« Terug