(tussen haakjes) 26: Winteroverlast/ De houtwormen komen uit het beschot/ Vredesprijzen/ Nie wieder!
Winteroverlast
Dankzij de opwarming van de aarde maakt de winter met bijbehorende verschijnselen als vorst, sneeuw, mist en ijzel ons al weer een paar weken het leven zuur. Tegen vorst heb ik niet zoveel, hoewel je in deze tijd van wetenschap en techniek had mogen verwachten dat we dit verschijnsel zover onder controle hadden gekregen dat het zich alleen nog op watervlakken zou voordoen. Desnoods in Friesland, waar ‘iis’ eigenlijk thuishoort in het rijtje ‘Bûter, Brea en Griene Tsiis’, waaraan je echte Friezen kunt herkennen. Sneeuw, mist en ijzel is echter andere koek.
Maar behalve vorst, sneeuw, mist en ijzel confronteert de vroege winter ons ook met andere opmerkelijke natuurverschijnselen. Het is bijvoorbeeld een heel aardig gezicht om opwarmingssceptici massaal uit hun holen te zien komen, terwijl de opwarmingsfanatici er juist in verdwijnen. Waarschijnlijk kunnen ze slecht tegen de kou.
Een andere diersoort die je, zeker in Almere, plotseling weer overal tegen het lijf loopt zijn de dik ingepakte tweevoeters die zich glijdend en struikelend voortbewegen door of over de ‘bijbehorende verschijnselen’ terwijl zij elkaar luidkeels begroeten met hun contactroep: ‘degemeentedoeterweernietsaan!’
Nu zal ik de laatste zijn die beweert dat de gladheidsbestrijding door de gemeente overal perfect functioneert, maar als ik terugkijk naar de vorige winter, toen je alleen met gevaar voor eigen leven het stadshart kon bezoeken, meen ik wel enige vooruitgang te mogen constateren. Toch zie ik nog teveel opritten naar houten (fiets) bruggen waar weinig of niets aan gedaan is, terwijl de toegangswegen of -paden netjes geveegd of ingezouten zijn.
Maar ik vraag me af, of je wel van een gemeente mag verwachten dat ze een vorm van gladheidsbestrijding moet ontwikkelen die zo gelijk op loopt met de winterse aanslagen op onze veiligheid, dat elke burger, op elke plaats, op elk moment verzekerd is van absolute bewegingsvrijheid in het openbaar gebied. De vraag stellen is haar beantwoorden.
Ik heb echter een andere vraag die moeilijker te beantwoorden is. Waarom verpatst de overgrote meerderheid van onze burgers het om de stoep die langs hun huis loopt sneeuwvrij te maken? Vroeger beschouwde men dat als een burgerplicht die bovendien vaak opgenomen was in een Plaatselijke Politie Verordening[1], maar burgerplichten hebben wij afgeschaft, want al die regeltjes belemmeren de kiezer maar in de uitoefening van zijn burgerrechten. Mijn vraag betreft echter niet alleen private personen, maar ook bedrijven, winkels, scholen en zelfs kerken. Hoe opbouwend wordt de kerkdienst voor een bezoeker die al drie keer op zijn gezicht is gegaan voordat hij bij de deur is? De Bijbel verwoordt een bepaalde burgerplicht als volgt: “Als u een huis bouwt, moet u het dak voorzien van een balustrade; anders bent u aansprakelijk wanneer iemand eraf valt”[2]. Zou dit naar analogie niet gelden voor de begaanbaarheid van mijn schoolplein, de stoep voor mijn huis, cq bedrijf, of mijn kerkgebouw?
Ik geloof in de wetenschap
Op 2 december werden we verrast door Amerikaanse onderzoekers van de NASA, die de bijzondere bacterie hadden gekweekt die is weergegeven op het bijgaande plaatje. U ziet het dit micro-organisme niet aan, dat het voor sommige processen in de cel het giftige arsenicum gebruikt in plaats van fosfaat, maar dat doet het wel (beweerde men). Gelukkig gaan wetenschappers niet alleen af op het mooie uiterlijk van hun onderzoeksobject, maar graven ze dieper op zoek naar de consequenties van hun ontdekking. Soms vinden ze dan iets, waaruit ze opzienbarende conclusies kunnen trekken; in dit geval bijvoorbeeld, dat deze vondst gevolgen kan hebben voor de zoektocht naar buitenaards leven.
Een dag later meldt de krant dat de Leidse sterrenkundige prof.dr.Vincent Icke het al zeker weet: ‘Voor zo’n anderhalf miljard christelijke aardbewoners zal het enorm ingrijpend zijn als er op andere planeten leven wordt gevonden. Christenen bestempelen de aarde als ‘uniek’ en de mens als ‘kroon op de schepping’. Eén bacterie op Mars betekent het einde van dat idee, zegt Icke, al verwacht hij niet dat christenen hun wereldbeeld zullen bijstellen.
Op 9 december horen we dan, dat christenen nog even mogen wachten met het bijstellen van hun wereldbeeld. De ontdekster van de geheimzinnige bacterie uit het Monomeer in Californië moet haar huiswerk overdoen. Zij heeft waarschijnlijk gewerkt met vervuilde kweekjes. Dat stelt de Amsterdamse hoogleraar aquatische microbiologie Jef Huisman. De Amerikaanse onderzoekster beweerde bacteriën te hebben ontdekt die het giftige arsenicum gebruiken in plaats van fosfaat, maar de hoogleraar zegt dat de onderzoekers het verhaal niet kunnen waarmaken: ‘De NASA heeft het opgeklopt. Ik vermoed dat sprake is van vervuiling van het kweekje dat zij in het lab gemaakt hebben van de bacterie. Er zit niets anders voor ze op dan terug te gaan naar het lab en de proef te herhalen in een schone omgeving.’ De aanwijzingen voor vervuilingsfouten in het experiment vond Huisman in het artikel over de ontdekking in Science. In de kweekvloeistof zat een minimale hoeveelheid fosfaat, voor een bacterie voldoende om zich te vermenigvuldigen. Hij hoeft dus helemaal geen arseen te gebruiken.
Voelt u de nuance? Het maakt positivistische wetenschappers niet echt uit hoe zwak hun wetenschappelijke argumenten zijn, zolang ze maar helpen een geloof onderuit te halen dat zich baseert op het goddelijk getuigenis in de Bijbel. Zij gebruiken liever een illegale, door henzelf gemanipuleerde bacterie om daar hun kosmologische speculaties aan op te hangen.
Nu kent iedereen wel zo langzamerhand de kreet: ‘ervaringen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst’. Dat kan ook betekenen dat het niet absoluut onmogelijk is ooit buitenaards leven te vinden in het heelal. De ervaringen echter met beweerd of verondersteld buitenaards leven tot op heden, lijken te wijzen in de richting van een garantie dat dit leven zich alleen zal blijven manifesteren in (pseudo)-wetenschappelijke speculaties.
De houtwormen komen uit het beschot
In de krant van 9 december lees ik dat de internetoorlog rond Wiki Leaks nu goed is losgebarsten. Over de gehele wereld kruipen de internethoutwormen uit het hout om hun idool Julian Assange te beschermen tegen alle pogingen hem monddood te maken op het internet. Zijn vrijheid om alle geheimen te publiceren waarop hij de hand weet te leggen moet gewaarborgd blijven. Het leuke hierbij is dat Assange en zijn leger van internethoutwormen wel uit alle macht proberen hun eigen bestaan af te schermen van de openbaarheid.
Wat mij nog veel meer opvalt is, dat deze vrijheidsstrijders blijkbaar wel in staat zijn iedereen aan te vallen die hun afgod dwars zit, maar dat ze geen kans zien ervoor te zorgen dat een openbaar feit, dat wereldwijd aandacht heeft gekregen, ook onder de aandacht komt van Chinese internetgebruikers. Ik heb het dan over de merkwaardige situatie dat er nauwelijks een Chinees te vinden is die gehoord heeft van hun eigen Nobelprijswinnaar voor de vrede, Liu Xiaobo. Wat maken die internethoutwormen zich druk over geheimen, als een zesde deel van de wereldbevolking niet eens kennis mag maken met openbare feiten? Je begint je haast af te vragen of deze internethoutwormen niet zelf door de Chinese staat aangestuurde hackers zijn.
Overigens moet het mij toch even van het hart dat ik het Nobelprijscomité een stelletje wereldvreemde naïevelingen vind. Deze reactie van China hadden ze kunnen voorspellen nu de Olympische spelen voorbij zijn. Als ze een beetje aan interne afstemming hadden gedaan en tegelijk prijzen hadden toegekend aan een andere Chinese wetenschapper en aan Liu Xiaobo, dan hadden ze Peking pas echt op de horens van een dilemma gespietst.
Vredesprijzen hebben we nooit genoeg
Als concurrentie voor de Nobel vredesprijs, worden we nu door China verrast met de Confuciusprijs voor de vrede, want in het Westen hebben we eigenlijk geen begrip van vrede. Waarschijnlijk mogen we van geluk spreken dat ze er geen Mao-prijs voor de vrede van gemaakt hebben, want dit was duidelijk een onderwerp waarin Mao een Grote Sprong Voorwaarts had gemaakt. Toen hij na zijn sprong landde lagen naar schatting 30.000.000 (dertig miljoen) Chinezen vredig in hun graf; allemaal vreedzaam gestorven van de honger in vredestijd. Dat was nog in de tijd waarin Mao Confucius ervan beschuldigde, dat hij China had opgesloten in een feodale kooi van archaïsmen en onderdrukking en beloofde dat hij zijn land voorgoed van het Confucianisme zou bevrijden. En nu komen zijn erfgenamen met een Confuciusprijs? O tempora, o mores! zou Cicero uitroepen, als hij dit allemaal mocht meemaken.
Het aparte is nu, dat de Taiwanese winnaar van deze vredesprijs ook al niet komt opdagen bij de uitreiking. Niet, omdat hij dat niet mag van zijn regering, maar omdat hij niet wil, of omdat hij niet eens officieel op de hoogte is gesteld van de toekenning van de prijs. In zijn plaats heeft een vreedzaam, zesjarig meisje verbaasd (waarschijnlijk omdat ze nog nooit van Confucius of de prijswinnaar had gehoord) zijn prijs in ontvangst genomen.
Ondanks deze beschamende vertoning moeten we er toch mee rekenen, dat dit voorbeeld inspirerend zal werken bij andere staten die zo hun eigen idee hebben over wat vrede inhoudt. Ik verwacht dus over niet al te lange tijd een vloedgolf aan vredesprijzen. Daaronder vinden we dan ongetwijfeld een Kim-Jong Il vredesprijs (Zimbabwe), een Mugabeprijs (Noord Korea), een Osama bin Ladenprijs (Soedan), een Omar El Bashirprijs (Al Quaida), een Ahmadinejadprijs (Libanese Hezbollah) en een Anwar Sadatprijs (Israël). Ik denk dat ik maar eens een plakboek moet aanleggen.
Juden heraus!? Nie wieder!
De heer Bolkestein slaagde erin de afgelopen week enige opschudding te veroorzaken met zijn opmerking dat ‘herkenbare Joden’ beter kunnen emigreren, omdat er geen toekomst zou zijn voor orthodoxe Joden in ons land. Hij zou tot deze suggestie zijn gekomen ‘door het toenemend aantal antisemitische Marokkaanse jongeren’.
Naderhand zijn er allerlei nuanceringen naar de ene en de andere kant aangebracht op deze uitspraken, maar wat zijn werkelijke mening op dit punt ook is, hij heeft het wel even confronterend onder de aandacht gebracht en dat is nuttig.
Ik heb niet het idee dat in Almere vergelijkbare toestanden heersen als in Amsterdam. Het is hier in elk geval nog mogelijk dat een wethouder het Chanoekafeest inluidt met het aansteken van het eerste lichtje op een Chanoeka kandelaar op het Stadhuisplein.[i] Dat moeten we maar zo houden ook, maar tegelijk moeten we goed in de gaten houden, dat hier geen anti-Joodse uitingen in de openbaarheid voet aan de grond krijgen. Waar dat toch plaats vindt moet keihard ingegrepen worden.
Net zo min als ik het acceptabel vindt dat moslims om hun geloof gediscrimineerd worden, accepteer ik dat dit bij Joden gebeurd. Als Nederlanders en als Europeanen hebben wij nog bijzondere redenen om dit niet te tolereren
Onder ‘keihard ingrijpen’ versta ik bijvoorbeeld, dat personen die zich te buiten gaan aan anti-Joods gedrag, gedwongen worden een intensieve cursus van 100 uur te volgen die gegeven wordt door het NIOD. De helft van dit aantal uren kan gebruikt worden om ze te leren onderscheid te maken tussen het Joodse geloof, de Joodse nationaliteit en de Joodse staat, en de geschiedenis van het antisemitisme. De andere helft moet worden besteed aan de bestudering van beeldmateriaal over de activiteiten die gericht waren op uitroeiing van de Joden. De cursus wordt afgesloten met een examen waarvoor een voldoende gehaald moet worden.
Als daders die deze cursus hebben gevolgd in herhaling vallen, mogen ze wat mij betreft voor altijd uitgesloten worden van het vervullen van een publieke functie of, als ze een dubbele nationaliteit hebben, vervallen worden verklaard van het Nederlanderschap. Zodra ze eenmaal de grens in andere richting zijn gepasseerd, worden ze niet weer in ons land toegelaten, ook niet om familieredenen.
Hoe praktisch deze suggesties zijn weet ik niet, maar u begrijpt hopelijk dat dit me erg hoog zit.
Jelte Huizenga
ChristenUnie raadslid 2006-2010
PS. Vanmorgen lees ik in het ND, dat een zoon van rabbijn Evers met zijn vrouw naar Israël gaat emigreren, omdat hij het zat is zijn Jood-zijn te moeten verbergen in de openbare ruimte om niet gediscrimineerd of geïntimideerd te worden. Hij is ook bij lange niet de enige in zijn familie die deze weg kiest. ZIJN WIJ ECHT BEREID OM DIT TE PIKKEN?
[1] In Vlaanderen schijnen ze nog echt reactionair te zijn op dit punt, zoals blijkt uit bijgaande cartoon. Overtreding van deze burgerplicht levert daar een boete op van 250 €
[2] Deuteronomium 22, vers 8
Archief > 2010 > december
- 18-12-2010 18-12-2010 19:02 - (tussen haakjes) 27: ‘Gansch het raderwerk / Een Verbond van Edele Azijnpissers
- 11-12-2010 11-12-2010 16:19 - (tussen haakjes) 26: Winteroverlast/ De houtwormen komen uit het beschot/ Vredesprijzen/ Nie wieder!
- 04-12-2010 04-12-2010 14:52 - (tussen haakjes) 25: Oef! Dat ging gelukkig net goed! - Almeers goud - Wie zal mij beschermen?