ChristenUnie in 2e Kamer 'op de bres voor Almere' (Grote Stedenbeleid).

CynthiaOrtega kleindinsdag 04 december 2007 00:00

De ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer wil dat het kabinet niet alleen investeert in het aanpakken van problemen in de krachtwijken, maar ook in preventie om wijkverloedering in o.a. Almere tegen te gaan. Lees over de motie van Cynthia Ortega en de positieve reactie van de minister

De ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer wil dat het kabinet niet alleen investeert in het aanpakken van problemen in de krachtwijken, maar ook in preventie om wijkverloedering in steden tegen te gaan. Daarom moeten gemeenten die bijna voldoen aan de criteria van het Grote Stedenbeleid (GSB), zoals Almere, kunnen meepraten over het toekomstige Grote Stedenbeleid. “Het actieplan voor de 40 krachtwijken is een goed initiatief, maar voorkomen is nog altijd beter dan genezen”, aldus Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn.
De ChristenUnie diende tijdens de begrotingsbehandeling Wijken, Wonen en Integratie een motie in die ervoor moet zorgen dat gemeenten die nu nog geen deel uitmaken van het Grote Stedenbeleid betrokken worden bij het huidige overleg met de 31 grote steden (G31), het IPO en de Vereniging Nederlandse Gemeenten over de evaluatie van het Grote Stedenbeleid en over de contouren van het stedelijk beleid na 2009. Het gaat dan in het bijzonder om de vijf 100.000+ gemeenten: Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer en Zoetermeer.

Ortega: “Deze gemeenten krijgen nu geen geld uit het budget voor de krachtwijken en ook niet uit de pot voor het Grote Stedenbeleid omdat ze niet voldoen aan de criteria. Dit gaat om honderden miljoenen euro.” Wat betreft de ChristenUnie moet er in het nieuwe Grote Stedenbeleid niet alleen gekeken worden naar bestaande problemen, maar ook naar preventie en vroegtijdige interventie. Ortega: “Dan kan het zijn dat andere gemeenten zoals Almere ook in beeld komen. Ik vind het daarom logisch dat de vijf grootste gemeenten die nu geen geld krijgen ook aan de tafel zitten waar gepraat wordt over het nieuwe beleid.”

2 dagen later reageerde de minister op de ChristenUnie-motie die mede ondertekend was door CDA en PvdA:
Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 december 2007
In reactie op uw verzoek zal ik in deze brief mijn oordeel geven over de ingediende amendementen en moties bij de behandeling van de begroting voor Wonen, wijken en integratie voor het jaar 2008.
  
Motie van het lid Ortega-Martijn c.s. (31 200 XVIII, nr. 30)
Bij de selectie van steden voor stedelijk beleid na 2009 is de aard en omvang van de maatschappelijke opgaven doorslaggevend. Om welke selectie van gemeenten het gaat is op dit moment nog niet duidelijk. Ik betrek daarom de VNG bij die voorbereiding, omdat ik nu geen verwachtingen wil wekken bij individuele steden over eventuele deelname. Wel ga ik met alle partijen in gesprek over het stedelijk beleid na 2009. In dat verband ben ik ook bereid om met de in de motie genoemde gemeenten te spreken.
Als ik de motie mag uitleggen als een aansporing om met de genoemde gemeenten te spreken over het stedelijk beleid na 2009 dan ervaar ik dit als een ondersteuning van mijn inzet.
Ik vind het belangrijk dat voorzieningen tijdig gereed zijn bij de totstandkoming van nieuwbouwwijken. In het kader van de te maken Verstedelijkingsafspraken zal ik met mijn betrokken collega’s die het aangaat kijken hoe ik dit kan verwezenlijken.
Ik zie deze motie als ondersteuning van mijn beleid en zal hem in het kader van de genoemde Verstedelijkingsafspraken uitvoeren.

« Terug