11 september 2001
Naar aanleiding van 11 september 2001 legde Jelte Hoving, als voorzitter van de commissie Algemene Zaken, namens de raad de volgende verklaring af.
Dit gebeurde aan het begin van de raadsvergadering van 27 september 2001.
Met afschuw hebben de Almeerse volksvertegenwoordigers kennis genomen van de ramp die op 11 september de wereld en in het bijzonder de Verenigde Staten heeft getroffen. Samen met de bevolking van onze stad hebben wij op 14 september daarbij stil gestaan en veel Almeerders hebben vervolgens ook het condoleanceregister in het Stadhuis getekend. Hoewel wij nu, evenals de burgers van de Verenigde Staten, proberen weer vooruit te kijken, staat die gruweldaad blijvend in ons geheugen gegrift. Het zal ons nooit lukken zonder emotie aan die verschrikkelijke dagen terug te denken.
Inmiddels wordt met man en macht naar de opdrachtgevers en uitvoerders van deze terreurdaden gezocht. Wij hopen dat het zal lukken de verdachten voor de rechter te brengen. Wij hopen vooral dat dit zal gebeuren zonder dat opnieuw onschuldigen slachtoffer worden, want onschuldigen kun je nooit tegen elkaar wegstrepen; onschuldigen tel je op.
We worden verdrietig als we moeten constateren dat sommigen nu al denken te weten wie zij op deze wandaden moeten aanspreken. De bewijsvoering is erg eenvoudig: een naam, de vorm van een neus, een huidskleur, een accent of de godsdienst die men aanhangt.Ook in Almere zijn deze gedragingen gesignaleerd. Onschuldigen, waaronder zelfs kinderen, worden hierop aangesproken en ook gebedsruimten zijn niet ontzien.
We zijn ook teleurgesteld als we horen dat niet iedereen beseft dat het ongepast is vreugde te betonen bij zo’n moordpartij. Dat is beslist geen uiting van medemenselijkheid noch van oprecht respect voor het leven en de vrijheid van de medemens.
Nederland is van oudsher bekend om zijn verdraagzaamheid. Belijders van allerlei geloven konden en kunnen hier een onderdak vinden. Natuurlijk diende men zich dan wel aan de Nederlandse wet te houden; deze voorwaarde geldt nog steeds. Binnen die grens zijn wij tolerant, omdat het geen tolerantie mag heten als die zich alleen uitstrekt tot mensen die precies zo denken en handelen als wij zelf.
Als gemeenteraad van Almere spreken wij uit, dat elk mens die binnen onze grenzen verblijft mag rekenen op de bescherming van de wet, ook al heeft hij meningen die niet de onze zijn. Wij zullen al het noodzakelijke doen om deze democratische grondregel te respecteren en te doen respecteren. Tegelijkertijd roepen we ook een ieder op voor zichzelf na te gaan of hij of zij in dit opzicht zijn of haar medeburgers behandelt zoals hij of zij zelf behandeld zou willen worden.
Als volksvertegenwoordigers spreken wij daarom de wens uit dat alle burgers van onze stad zich met ons ervoor zullen inzetten dat Almere mag blijven wat het altijd is geweest: Stad van vrijheid en verdraagzaamheid.