Herdenking afschaffing slavernij
Geachte aanwezigen.......in het bijzonder, mevr. Truideman Consul Generaal van de Republiek Suriname en Mevr. Mossel-Breeveld Voorzitter van de Surinaamse Ouderen Vereniging in Almere. Hartelijk dank, voor de uitnodiging om hier namens het college van Burgemeester en Wethouders van Almere aanwezig te zijn.
Het is beschamend dat Nederland tussen 1650 en 1863 naar schatting zo'n 450.000 slaven in Afrika kocht en verhandelde naar o.a. Brazilië, Suriname en de Antillen. Dat Nederland niet het enige Europese land was dat dit deed doet voor dit verwerpelijke feit niet ter zake.
Op 1 juli 1863 (147 jaar geleden) werd de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden afgeschaft, pas sinds een jaar of 10 wordt daar jaarlijks officieel bij stil gestaan, zo ook op 1 juli aanstaande bij het Nationaal Slavernij Monument in Amsterdam. Dat neemt niet weg dat het ook goed is om hier vandaag in Almere bij stil te staan.
Pas 7 jaar geleden werd in Amsterdam in het Oosterpark het Nationaal Slavernij Monument onthuld. Ook is er toen gestart met het Nationaal instituut voor Nederlandse slavernijverleden en erfenis, het staat tegenover het Tropenmuseum in Amsterdam. Het NiNsee wil een expertisecentrum van het Nederlandse slavernijverleden zijn. Het instituut wil de Nederlandse samenleving en in het bijzonder de scholieren actief informeren over het slavernijverleden. En dat is zinvol.
Vorig jaar sprak premier Balkenende bij het Slavernij Monument onder andere het volgende:
"Vandaag staan we stil bij het gedenkwaardige moment van de Emancipatie van de slaven. Op 1 juli 1863 kwam er een einde aan een volstrekt verwerpelijke praktijk. Toen werden binnen ons Koninkrijk de laatste ketenen verbroken. Eeuwenlang zijn mensen slachtoffer geworden van handel, macht en geld. Zonder enig respect voor de menselijke waardigheid. Men was doof voor de schreeuw om vrijheid van de slaven, en blind voor het schrijnende leed dat hen werd aangedaan. Slavernij en slavenhandel zijn onlosmakelijk verbonden met onze vaderlandse geschiedenis. Hoe pijnlijk ook, voor die feiten mogen we nooit meer weglopen en de ogen nooit meer sluiten. We mogen nooit meer zwijgen - dat is te lang gedaan.
Het slavernijverleden is niet ongedaan te maken. We kunnen wel uitspreken hoezeer we het verafschuwen. Dat is uit moreel en menselijk oogpunt onze dure plicht ten opzichte van hen die eeuwen geleden geketend hebben geleefd. En ten opzichte van alle nazaten van deze slaven in Nederland, in de Nederlandse Antillen, in Aruba en in Suriname, Guyana, Indonesië en andere landen waar Nederland aanwezig was.
De Nederlandse geschiedenis van slavernij en mensenhandel is een smet op het blazoen van ons land. Het was een schaamteloze episode in onze geschiedenis. Het was mensonterend en het kan alleen in de zwaarste bewoordingen worden veroordeeld.
Ieder mens heeft recht op vrijheid.
Ieder mens heeft recht op gelijke behandeling.
Ieder mens heeft recht op ontplooiing van zijn of haar talenten.”
Tot zover het citaat. Het verleden geeft ons ook een opdracht voor vandaag. Ik noem 2 punten:
Onze strijd tegen moderne vormen van slavernij en onze bijdrage aan de Almeerse samenleving.
Onze strijd tegen moderne vormen van slavernij.
Sinds 2000 heeft Nederland een Nationaal Rapporteur Mensenhandel. De Rapporteur, mevrouw mr. Dettmeijer-Vermeulen heeft de taak te rapporteren over de aard en omvang van mensenhandel in Nederland en over de effecten van het beleid op dit terrein.
De Nationaal Rapporteur is onafhankelijk en rapporteert aan de Nederlandse regering en is bevoegd om dossiers bij politie en justitie in te zien. Vanwege de grensoverschrijdende aspecten van de problematiek, zijn er ook veel contacten met buitenlandse en internationale organisaties.
Ook in 2009 komt slavernij nog voor, niet alleen in steenfabrieken in China. Het jaarverslag van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel beschrijft ook schokkende verhalen uit Nederland:
- een jonge vrouw wordt na een gearrangeerd huwelijk door haar schoonfamilie gebruikt als huissloof. Ze nemen haar kleding en papieren af, sluiten haar op en mishandelen haar. Zij woont niet in een ver en vreemd land, maar hier in Nederland;
- net als de illegaal, die op zijn werk een paar vingers kwijtraakt en door zijn werkgever zonder pardon op straat wordt gezet;
- of de werknemer uit Oost Europa, die voor vijftig euro in de week full time in een fabriek werkt en zoveel moet afdragen voor kost en inwoning, dat hij alleen maar schulden maakt;
- ook in de prostitutie komen veel (momenteel veel Oost Europese) vrouwen terecht die onder valse voorwendselen naar Nederland zijn gelokt, vervolgens afhankelijk zijn gemaakt en nu onder dreiging met geweld voor hun opdrachtgevers moeten werken.
De voorbeelden zijn schokkend. Niet alle illegale arbeid, ook al is het afkeurenswaardig, is slavernij. Het is aan de strafrechter om uit te maken of er in concrete gevallen sprake is van uitbuiting of erger: slavernij.
'Uitbuiting vindt bij uitstek plaats achter gesloten deuren: in particuliere huishoudens, de seksindustrie, de informele economie. En er is mensenhandelaren veel aan gelegen om de slachtoffers geen aangifte te laten doen, door ernstige bedreiging, voodoo-praktijken, of door de vrouwen heel vaak te verhuizen. Daardoor kunnen ze vaak niet meer vertellen dan: "het was een straat met vier deuren", of: "de kamer waar ik zat was blauw, met één klein raam." Daarbij zijn illegalen vaak bang om aangifte te doen, omdat ze dan tegen de lamp kunnen lopen, en soms hebben ze in hun eigen land nóg minder dan hier. Wat ook gebeurt is dat een slachtoffer zich geen slachtoffer voelt omdat ze denkt verliefd te zijn op de mensenhandelaar. Heel triest, maar waar.'
Jaarlijks zijn er zo'n 600 aangiften van mensenhandel in Nederland, in 2006 betrof het voor 95 % vrouwen waarvan zo'n 90 met een leeftijd onder de 18 jaar. Dat is een groot zorgpunt. U herinnert zich de West-Afrikaanse meisjes, die met onbekende bestemming verdwenen uit de opvangcentra,
een aantal van hen doken later weer op in de prostitutie in België en Nederland.
Ook jongeren die Nederland binnen komen, maar zich nergens melden lopen risico. In 2007 kwamen de slachtoffers van mensenhandel in Nederland vooral uit Nederland, Nigeria, Bulgarije en China. Tot zover het verslag van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel.
Onze bijdrage aan de Almeerse samenleving.
Vrijheid willen we delen, ook in Almere. Het aardige van Almere is dat het een jonge stad is en eigenlijk alle inwoners van Almere betrekkelijk nieuw zijn. Inmiddels leven in Almere bijna 190.000 inwoners. En meestal heeft een stad van die grootte ook de grote stadproblemen. In Almere valt dat nog mee. Of dat zo blijft hangt ook van ons af, zoals wij hier als inwoners bij elkaar zijn.
Natuurlijk zijn we in de eerste plaats verantwoordelijk voor ons zelf en onze kinderen, maar ook daarnaast is het goed om contact te houden met de buren en als het bij hen of bij ons wat moeilijker gaat is het goed om daarover te spreken. Misschien is er nog een familielid in de buurt die kan adviseren.
De meesten van u kennen die spreekwoorden wel als: 'buig het boompje als het jong is'; 'wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet en 'wie de jeugd heeft, heeft de toekomst'.
Het heeft alles te maken met opvoeden. Ook de gemeente Almere wil in haar Oke-punten (de zogenaamde ouder-kind centra, meestal gehuisvest in een gezondheidscentrum), een luisterend oor zijn en meedenken waar dat nodig is.
Misschien kent u ook de slagzin: 'Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid'. Dat geldt trouwens ook voor jongens. Studeren is belangrijk, of dat nu voor een theoretische opleiding is of voor een praktische, met een diploma sta je minder snel op straat in moeilijke tijden. En lukt het nu niet om als jongere een baan te krijgen, maak dan van de nood een deugd en probeer nog een opleiding te doen.
Verder denk ik dat u als groep best in staat bent om u zelf en anderen te helpen. Juist de organisatie van zo'n middag als vandaag bewijst dat. Bij het omgaan met verschillende culturen in deze stad hoort volgens mij ook een beetje relativeren, zoals onze Almeerder Jőrgen Raymann dat heel goed doet.
Voor een goede samenleving is het van belang dat mensen elkaar goed verstaan, elkaar respecteren en waarderen. Is een stevige handdruk nu een bewijs van vriendelijkheid of onvriendelijkheid. Kijk je elkaar daarbij in de ogen of juist niet. Dit alles begint met de wil om elkaar te willen verstaan, dat wilt u en daarbij wens ik u veel zegen.
Dank u wel.
Jelte Hoving
(uitgesproken op zaterdag 27 juni 2009 in 'Eindelijk' aan het Festivalplein in Almere)