Piket 8

Tempeliersvrijdag 07 juli 2006 17:43

Waar zijn we ook alweer? Doorstroomloze variant. De optie Van Speijk.

Waar zijn we ook alweer?
Als u deze zomer op uw dure vakantie in een van onze buitenlanden bent komt u ze vast wel tegen, de Carltons, Martinezes en Majestics. Dan heb ik nu goed nieuws voor u. Vanaf 2011 kan dat een stuk goedkoper, want dan hoeft u er de stad niet meer voor uit. Deze namen sieren dan de kantoortorens bij het station in Centrum.
Je staat versteld van de originaliteit van de naamgeving in onze polderstad. Waar halen ze het vandaan? Steeds verder weg blijkbaar, want het taboe dat rust op het geven van andere dan Engelse namen aan markante punten in onze stad, lijkt een beetje te worden doorbroken. Zo krijgen we nu ook een Esplanade (wandelplein) langs het Weerwater, een iets zuidelijker variant van boulevard dat we vroeger graag gebruikten omdat het zo Frans klonk en ons nauwelijks herinnerde aan het oorspronkelijke Nederlandse woord bolwerk.
 
Voor wie net als ik, op grond van een rudimentaire kennis van het moderne potjes-Latijn, denkt dat de  Majestic dan wel het hoogste gebouw zal worden (120 meter), heb ik een teleurstellende mededeling: nee, dat wordt de Carlton. Nu kan ik weer niet slapen vanwege de onzekerheid of deze naam is afgeleid van een hotelketen, een fabrikaat luxe koffers of een zangeres waarvan ik nog nooit gehoord heb, maar die wel een eigen website heeft. Waarom geven ze zo’n gebouw niet een gewone naam, zoals Paal-boven-water of Lange Jan (als er beslist Leentjebuur gespeeld moet worden).
 
Over creatief woordgebruik gesproken; ook in onze eigen taal zijn daarvoor nog wel mogelijkheden. Wat denkt u bijvoorbeeld van lawaaierige watervoertuigen op de Reigersplas
(Almere deze week 5/7). Mijn zoon probeerde mij als oplossing te verkopen: een voertuig is een gezonken vaartuig, maar ik heb zo mijn twijfels…..
 
Doorstroomloze variant
Dankzij de ijzersterke combinatie van Hirsi Ali, Rita Verdonk en Lousewies van der Laan lijkt de beslissing over de verbinding van Almere met Zuid- en West-Nederland op de langere baan te worden geschoven. Tegen de achtergrond van de bijna probleemloze, snelle formatie van Balkenende III komt dat toch een beetje merkwaardig over. Waarom moet een beslissing die genomen had kunnen zijn als Balkenende II het twee dagen langer zou hebben uitgehouden, nu ineens doorgeschoven worden? Zelfs bevriende politici stellen mij teleur door zich achter deze doorschuifvariant op te stellen. Voor wat of voor wie zijn ze bang? Voor de Tempeliers van Marken misschien? (zie volgende reportage)
 
Voorlopig dus niks tunnelvariant of stroomlijnvariant; we gaan gewoon door met de oude doorstroomloze variant. Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel, want  elk nadeel heb ook zijn voordeel; als het een beetje meezit kan een Almeerse forens binnenkort op één rit naar zijn werk de complete versie van Tolstoy’s Oorlog en Vrede op CD afluisteren. Zo doen we tenminste ook nog eens wat aan onze algemene ontwikkeling.
 
De optie Van Speijk
Ik vroeg me al een tijdje af waar de Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer (VBIJ) gebleven was, maar ik heb me gelukkig om niets bezorgd gemaakt. De VBIJ heeft ons laten weten dat het dubbelstadconcept van Amsterdam en Almere onrealistisch en schadelijk is. Daarvoor worden allerlei redenen aangevoerd, maar de belangrijkste lijkt toch wel te zijn dat het IJmeer open moet blijven. Daar zit een zekere historische logica in, want het staat me bij dat illustere voorlopers van deze club destijds hartstochtelijk hebben geijverd voor het niet-droogleggen van de Markerwaard, terwijl die polder een natuurlijke verbinding had kunnen vormen tussen Flevoland en Noord-Holland. Stel je voor dat zo’n verbinding er nu toch nog zou komen door het IJmeer.
 
Die fanatieke weerstand tegen verandering moet toch een oorzaak hebben, dacht ik zo en daarom heb ik wat historisch onderzoek gedaan, met als mijn grote voorbeeld Dan Brown.
Het is me al heel snel duidelijk geworden dat ook hier sprake is van een eeuwenoude samenzwering. Ik heb ook uitgevonden wie de drijvende kracht achter deze samenzwering leveren. Ik denk dat mensen die de Da Vinci Code hebben gelezen niet verbaasd zullen opkijken nu ik kan onthullen dat de Tempeliers van Marken hier tot over hun nek in zitten.
 
Voor de achtergronden moeten we even terug naar de 13e en 14e eeuw. In die tijd werden de Tempelridders uit Palestina gegooid en steeds verder, van eiland tot eiland, in Westelijke richting gedreven. Daarom gingen ze op zoek naar een nieuwe basis die niet te dicht in de buurt lag van de Turken en Seldsjoeken en waar ze zich langdurig zouden kunnen verdedigen. In eerste instantie kozen ze voor Malta, maar voor de zekerheid zochten ze nog een tweede plaats waarop ze zich zouden kunnen terugtrekken als ook Malta ten prooi zou vallen aan de Turken.  Frankrijk kwam als eerste in aanmerking, maar omdat daar het klimaat voor Tempelridders ongezond werd gemaakt door een koning die hen eerst van hun schatten beroofde en ze vervolgens voor straf ook nog op de brandstapel liet zetten, trokken ze verder naar het Noorden. België bestond toen nog niet en was dus geen optie en zo kwam het dat ze uiteindelijk het anker lieten vallen bij Marken.
 
Na verkenning van de omgeving besloten ze van Marken het  tweede Malta te maken; een goed verdedigbare basis van waaruit strooptochten konden worden ondernomen tegen de Turken en, als daar een tekort aan was, tegen de vijanden van de dag. Hierbij pasten ze de lessen toe die ze elders geleerd hadden. Daarom bouwden ze bijvoorbeeld geen Crac des Chevaliers op Marken, want dat trekt maar slecht volk aan dat kickt op het innemen van onneembare versterkingen. Ook werden ze minder gul met het demonstreren van hun rijkdommen, want dat trekt maar belastingambtenaren aan, of nog erger.
 
Vanuit strategisch oogpunt had Marken destijds een nadeel; er lag niet genoeg water omheen. Het gevolg was dat je bij aflandige wind het gepeupel op de vaste wal kon horen schelden. Om dit probleem op te lossen hebben met bivakmutsen vermomde Tempeliers, tijdens een zware storm in de 14 eeuw, een aantal dijken rond het toenmalige Flevomeer doorgestoken en presto, toen hadden we ineens een hele Zuiderzee.  
 
In de eeuwen daarna hebben de Tempeliers van Marken, getooid in wijde pofbroeken, kleurige hemden en koddige mutsen, huisgehouden op de Zuiderzee. In de kranten las je daar bijna nooit over, want zelf waren ze niet zo loslippig en ze zorgden er wel voor dat er geen getuigen over bleven om interviews te geven, of journalisten om erover te schrijven.
 
Pas in de 20e eeuw werd dit rustige zeeroversleven bedreigd door de plannen van ingenieur en later minister Lely, waar ze zich met hand en tand tegen hebben verzet. Bij mijn onderzoek stuitte ik op een raadselachtig web van intriges rond het sterven van de heer Lely. Nieuw forensisch onderzoek is nodig om vast te stellen of het hardnekkige gerucht dat de Tempeliers geprobeerd hebben hem de mond te snoeren, inderdaad op waarheid berust.
Toch heeft hun hardnekkig verzet, waarbij ze zelfs een monsterverbond met hun vroegere vijanden aan de Overwal niet uit de weg zijn gegaan, de gang der geschiedenis niet kunnen tegenhouden. Soms behaalden ze nog succesjes; één met voornamelijk symbolische waarde was de verwijdering van het standbeeld van Minister Lely uit het centrum van Lelystad. Hun tweede succes, het verhinderen van de drooglegging van de Markerwaard, was substantiëler en werd vooral veroorzaakt door een revolutie in de krijgstechniek.  
 
Tot de oorlog tegen de Markerwaard, gingen de Tempeliers van Marken er vanuit dat het scherpste wapen een vrouwentong was en dat ze met vakkundig gebruik van enterhaken, kromsabels en dolkmessen tussen de tanden, nog altijd de nodige indruk konden maken op vreedzame boeren, burgers en buitenlui. Toen ze eenmaal beseften dat deze tijden voorbij waren, drong zich de noodzaak van herbezinning op de gebruikte strijdtechnieken aan hen op. Dit werd treffend tot uitdrukking gebracht door een plaatselijke aanvoerder toen hij de onsterfelijke woorden van Lenin aanhaalde: Wat nu?
 
Tijdens een bezinningsweekend op Malta in de tachtiger jaren heeft men gezocht naar het antwoord op deze prangende vraag en men heeft het gevonden ook. Daar, in de met bloed gewassen thuishaven van de Maltezer ridders, werd het ultieme wapen gesmeed door enkele ridders die op Haïti voodoo hadden gestudeerd. Wetenschappelijk kan deze doorbraak worden vergeleken met de ontdekking van de relativiteitstheorie door Einstein. Het is ontstellend in zijn eenvoud, maar de effecten ervan zijn vele malen sterker dan van de neutronenbom (u weet nog wel, dat speeltje van de VS dat alleen mensen doodde, maar de omgeving liet staan).
Je hebt geen dure grondstoffen of kostbare machines nodig voor de vervaardiging ervan. Iedereen kan het wapen zelf maken en meteen inzetten en het kost niets. Het is niet plantaardig of mineraal, maar gewoon verbaal; het is maar een woord, maar wat voor een woord!! Het is een bezweringsformule waarmee je elke menselijke activiteit tot staan kunt brengen: Natuurbehoud.
 
Als rechtgeaarde verdedigers van het Avondland tegen de opdringende horden uit het Oosten, weten de Tempeliers dat elke oorlog een excuus nodig heeft om als rechtvaardige oorlog aan het volk gepresenteerd te worden. Hier is het excuus met het wapen gegeven, want de charme van het woord Natuur is, dat je het niet hoeft te definiëren. Naar behoefte kan het slaan op Alaska in zijn geheel of op het gras tussen de stenen van het fietspad, in de wijk waar je woont. Je hoeft alleen ergens naar te wijzen en te zeggen: dat is natuur!, om vervolgens zonder verdere oorlogsverklaring het ultieme wapen te kunnen inzetten.
 
Na deze historische uiteenzetting zult u wel willen aannemen, dat verder onderzoek heeft aangetoond dat de besturen van verenigingen die zich zogenaamd bezig houden met natuurbescherming, vergeven zijn van Tempeliers. De oplettende lezer heeft inmiddels ook allang begrepen dat deze frontorganisaties zijn gebruikt om een gecoördineerde aanval op Almere in gang te zetten. Concreet betekent dit dat de Naardermeerclub de taak heeft gekregen de verbinding naar het Zuiden af te knijpen, terwijl de VBIJ ontsnapping naar het Westen onmogelijk moet maken.
 
Een bevriende relatie, die liever anoniem wil blijven, stuurde ons het verslag van een vergadering van het Kapittel van de Tempeliers, gehouden op 30 februari van dit jaar in het kasteel St Angelo op Malta. Hieruit blijkt zonneklaar wat men met deze aanvallen wil bereiken. Eén enkel citaat volstaat om dit duidelijk te maken. Toen een lid in de vergadering vroeg hoe de Almeerders zich moesten verplaatsen als de overeengekomen strategie succesvol zou blijken, antwoordde de Grootmeester van het Kapittel kort en krachtig: Ze kunnen nog altijd de lucht in, net als Van Speijk.

« Terug

Archief > 2006 > juli

Geen berichten gevonden